Herstel aalscholver
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De aalscholver heeft sterk geprofiteerd van zijn beschermde status.
Ontwikkeling tot de jaren zestig
De aalscholver is een viseter van onder andere pos, baars, blankvoorn, spiering en aal. De aalscholver wordt door de vissers gezien als een geduchte concurrent, al is een groot deel van de door de aalscholver gevangen vis commercieel van vrij weinig belang.
In het verleden is de aalscholver intensief bestreden. Zo bepaalde de overheid in 1955 dat het aantal broedparen moest worden beperkt tot 1200, verdeeld over drie kolonies. In de jaren zestig begon de waterverontreiniging zijn tol te eisen en daalde het aantal paren tot 800 en het aantal kolonies tot twee (het Naardermeer en Wanneperveen).
Ontwikkeling na de jaren zestig
In 1965 kreeg de aalscholver volledige bescherming en namen de aantallen toe. In 1978 vestigde zich een kolonie in de Oostvaardersplassen. Deze kolonie is uitgegroeid tot de grootste van Nederland. Andere grote kolonies zijn te vinden in de Lepelaarplassen (bij Almere), in het Naardermeer, in Oostvoorne, in Wanneperveen en op diverse Waddeneilanden.
Na 1993 daalde de landelijke populatie als gevolg van een sterke afname in de Oostvaardersplassen. Dat kwam door de afname van geschikte prooivissen in het IJsselmeergebied. Verder werd het vissen voor aalscholvers lastiger als gevolg van de toegenomen helderheid van het water in het IJsselmeergebied; de vissen zijn dan namelijk eerder gealarmeerd. Inmiddels is het aantal aalscholvers in het IJsselmeergebied op een lager niveau gestabiliseerd. Landelijk is het aantal na 1993-1994 weer gestegen, onder meer doordat het aantal kolonies sinds die tijd is toegenomen.
Bronnen
- Bijlsma, R.G., F. Hustings en C.J. Camphuysen (2001). Algemene en schaarse vogels van Nederland (Avifauna van Nederland). GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem. Utrecht.
- Dijk, A.J. van, M.J.T. van der Weide, S. Deuzeman, L. Dijksen, D. Zoetebier en C. Plate (2003). Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 2000 en 2001. SOVON-monitoringrapport 2002/03. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
- Dijk, A.J. van, L. Dijksen, F. Hustings, K. Koffijberg, J. Schoppers, W. Teunissen, C. van Turnhout, M.J.T. van der Weide, D. Zoetebier en C. Plate (2005). Broedvogels in Nederland 2003. SOVON-monitoringrapport 2005/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
- Noordhuis, R. (red.) (2000). Biologische monitoring zoete rijkswateren. Watersysteemrapportage IJsselmeer en Markermeer. RIZA rapport 2000.050. Lelystad.
- Rijn, S. van en M. van Eerden (2001). Aalscholvers in het IJsselmeergebied: concurrent of graadmeter? RIZA rapport 2001.058. Lelystad.
- Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends. Atm. Environment 38, 4135-4145.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De gegevens zijn afkomstig uit het landelijk broedvogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring
De stippen in het figuur zijn de meetwaarden. Door deze meetwaarden is met behulp van het programma TrendSpotter (Visser 2004) een flexibele trend berekend (de doorgetrokken lijn). Het gekleurde vlak geeft het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn aan. - Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Herstel aalscholver (indicator 1058, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.