Zandgebied
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
De indicator 'Zandgebied' is vervallen. Informatie over kenmerkende Nederlandse landschappen is opgenomen in indicatoren over Nationale Landschappen. Het Rijk heeft 20 gebieden aangewezen als nationaal landschap omdat ze internationaal zeldzaam of uniek zijn, of kenmerkend zijn voor Nederland.
Het gevarieerde landschap van akkers, weilanden, heidevelden en bossen op de zandgronden heeft een schaalvergroting ondergaan door het verdwijnen van houtwallen en singels. Veel beken zijn gekanaliseerd.
Kenmerken
Het zandlandschap bestaat uit een licht glooiende vlakte met veel ondiepe laagten en flauwe ruggen. De vlakte wordt doorsneden door kronkelende beken. Op sommige plekken liggen hogere heuvels, die door het landijs zijn opgestuwd, zoals op de Veluwe en in Salland. Door ontginning is een landschap van akkers en weilanden ontstaan, afgewisseld met heidevelden en bossen. Dit zijn de essen- en kampenlandschappen.
Ontwikkeling
Het essen- en kampenlandschap is reeds in de negentiende eeuw ingrijpend gewijzigd door bebossing en ontginning van de heidevelden. In de twintigste eeuw is de afname van het areaal heide doorgezet. De laatste decennia is er nauwelijks meer sprake van ontginning van de heide, maar groeit de heide wel dicht door het wegvallen van het traditionele beheer. In het kader van ruilverkaveling en landinrichting is veel van de lijnvormige opgaande begroeiing (houtwallen, singels en heggen) verdwenen. Bijna tweederde van de lengte aan kronkelende waterlopen is in de twintigste eeuw recht getrokken en gekanaliseerd voor een snellere waterafvoer. Dit heeft een sterke verdroging van het achterland tot gevolg gehad.
Bronnen
- Dijkstra, H., J.F. Coeterier, A. van der Haar, A.J.M. Koomen en W.L.C. Salden (1997). Veranderend cultuurlandschap. Signalering van landschapsveranderingen van 1900 tot 1990 voor de Natuurverkenning 1997. Rapport 544. SC-DLO. Wageningen.
- Geertsema, W. (2002). Het belang van groenblauwe dooradering voor natuur en landschap. Achtergronddocument Natuurbalans 2002. Werkdocument 2002/02. Alterra. Wageningen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De gegevens zijn ontleend aan een analyse van de veranderingen in het cultuurlandschap aan de hand van steekproeven in kaartvlakken van 1x1 km van topografische kaarten schaal 1:25.000. De grafieken zijn geïndexeerd, waarbij de situatie in 1900 (basisjaar) op 100 is gesteld.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Zandgebied (indicator 1007, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.