Beschikbaarheid groen om de stad
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Groen om de stad speelt een belangrijke rol in de vrijetijdsbesteding van mensen. Daarbij zijn nabijheid van het groen en de toegankelijkheid erg belangrijk. Hoeveel groen is er nabij steden in Nederland?
Groen om de stad moet dichtbij en toegankelijk zijn
Voor het gebruik van groen om de stad is het belangrijk dat het groen voldoende dichtbij de woning is en dat je er ook kunt fietsen of wandelen. Een fiets- of wandeltochtje vanuit de woning duurt meestal een uur. Dit betekent dat het grootste bereik vanuit de woning hemelsbreed vaak niet meer dan 5 kilometer bedraagt.
De mogelijkheid om te fietsen en te wandelen is verder afhankelijk van de dichtheid aan paden en wegen en de mate van beschutting. Zo zijn de mogelijkheden om te wandelen en fietsen in open agrarische gebieden veel kleiner dan in natuurgebieden. In parken zijn deze mogelijk juist veel groter.
Toets hoeveelheid groen om de stad
Voor het toetsen van de beschikbaarheid van groen om de stad is dus zowel afstand als toegankelijkheid belangrijk. Door De Vries en Bulens (2001) is hiertoe een maat ontwikkeld waarin beiden een rol spelen; de recreatieve opvangcapaciteit. Deze capaciteit wordt uitgedrukt in het aantal recreatieplaatsen per hectare binnen 5 km van het bebouwde gebied. Hoe meer voorzieningen, wandel- en fietspaden, beschutting e.d., hoe meer recreanten er maximaal in een gebied aanwezig kunnen zijn.
Beleid groen om de stad
Rijk en provincies zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van groen om de stad, waaronder de Randstadgroenstructuur. De taakstelling tot 2013 bedraagt 18.685 hectare. De verwerving en inrichting van gronden loopt moeizaam, onder meer door de hoge ruimtedruk rond grote steden.
In 2002 stelde de ANWB op basis van de door De Vries & Bulens (2001) berekende tekorten, voor om 60 000 ha extra groen om de stad aan te leggen. Het Milieu- en Natuurplanbureau heeft deze claim voor aanvullend groen beoordeeld (Farjon & Lammers, 2002).
In de Nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur (LNV, 2000) geeft het kabinet aan dat een aanvullende taakstelling van 10.000 hectare gewenst is. De financiering van deze aanvullende taakstelling is nog niet rond.
Bij het vaststellen van tekorten wordt uitgegaan van het percentage mensen dat gaat wandelen of fietsen op de vijf na drukste dag, namelijk 17% van de Nederlanders.
Interactieve atlas groen in en om de stad
De informatie in het Milieu- en Natuurcompendium over groen in en om de stad kunt u interactief bekijken met behulp van een digitale atlas. Om u op weg te helpen heeft de redactie een tweetal kaarten voor u geselecteerd:
- de gemiddelde hoeveelheid openbaar groen per woning binnen het bebouwde gebied per gemeente (groen in de stad).
- het gemiddelde aantal recreatieplaatsen per inwoner per gemeente (groen om de stad).
U kunt met de atlas zelf ook andere kaarten raadplegen.
Bronnen
- Farjon J.M.J. & G.W. Lammers (2002). Beoordeling ruimtebehoefte voor 60 000 ha groen om de stad. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Rapport 408765002/2002.
- LNV (2000). Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Nota natuur, bos en landschap in de 21e eeuw. Ministerie van LNV, Den Haag.
- Vries, S. de en J. Bulens (2001). Rapportage project "Explicitering 300.000 ha", fasen 1 en 2. Alterra, Wageningen.
Relevante informatie
- Beschikbaarheid groen in de stad, 2000 - 2006
- Groenstructuur: robuust en samenhangend
- Randstadgroenstructuur
- Milieudruk: verdeling over sociaal-economische groepen Is er samenhang tussen inkomen en kwaliteit van de woonomgeving, zoals geluidniveau, nabijheid van groen, bebouwingsdichtheid en milieudruk?
- Ruimte per inwoner, 1900-2017
- Jansen, S. (2001). Natuur in en om de stad. Alterra, werkdocument 2001/01, Wageningen.
- LNV (2001). Structuurschema groene ruimte 2: samen werken aan groen Nederland. Ministerie LNV, Den Haag.
- LNV (2002). Structuurschema Groene Ruimte 2, PKB 1. Ministerie LNV, Den Haag.
- Middelkoop, M. van, E.J. Bruls en A.J. van Golen (2001). Rood en groen in balans; een verkenning van groennormen en alternatieve benaderingen. Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum, Den Haag.
- RIVM (2002). Milieubalans 2002. Kluwer, Alphen aan den Rijn.
- VROM (1999). De twaalf prestatievelden uit het Beleidskader Stedelijke Vernieuwing. Ministerie van VROM, Den Haag.
- WHO (1997). Green cities, blue cities, pamphlet no 18. World Health Organization.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Beschikbaarheid groen om de stad (indicator 0451, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.