Groenstructuur: robuust en samenhangend

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd. Informatie over groen in en om de stad is te vinden onder de volgende indicatoren:

Groen biedt de stedeling natuur, ruimte, rust en stilte. Groen is het land in de stad. Om deze waarden van groen te kunnen beleven dient het groen robuust te zijn. Daarnaast is ruimtelijke samenhang van het stedelijk groen belangrijk voor het gebruik van groen door mens en dier. Niet alleen is het gunstig als groengebieden onderling zijn verbonden, ook samenhang met het buitengebied vergroot de gebruikswaarde.

Wat bepaald de toestand van de groenstructuur?

Drie indicatoren geven inzicht in de toestand van de groenstructuur:

  • het aandeel groen;
  • de bereikbaarheid van het buitengebied;
  • de bereikbaarheid van openbaar groengebieden in de stad.

Aandeel groen binnen de bebouwde kom (zie kaart)

Een robuuste, samenhangende groenstructuur is alleen mogelijk indien een substantieel deel van de bebouwde kom uit groen bestaat. Deze notie ligt ten grondslag aan het beleidsvoornemen om de balans tussen groen en de verstedelijking te handhaven. De ontwikkeling van het aandeel groen binnen de bebouwde kom is de indicator die deze balans meet. In deze balans wegen alle vormen van groen inclusief agrarisch gebied mee. Door het ontbreken van landelijke gegevens over snippergroen, tuinen en straatbomen, zijn deze niet meegenomen in de indicator. De huidige invulling van de indicator onderschat het "groene gezicht" van stedelijke gemeenten.

Bereikbaarheid buitengebied en openbaar groengebieden in de stad (niet in de kaart)

In groenstructuurplannen van grote steden krijgt de bereikbaarheid van het groen steeds meer aandacht. De bereikbaarheid is niet alleen afhankelijk van de afstand tussen de woning en het groen, die in de indicator beschikbaarheid is meegenomen, maar ook de aard van de routes naar het groen in en om de stad. Meer dan 50% van de gemeentelijke groenprojecten die zijn ingediend voor ISV 2000-2004 richten zich op het ontwikkelen van veilige, groene routes zonder barrières (Bezemer & Visschedijk, 2002). Het Milieu- en Natuurplanbureau heeft een project in uitvoering om de indicator bereikbaarheid groen in en om de stad operationeel te maken. De indicator weegt de afstand van de woning tot groen naar de mate van aantrekkelijkheid van de route en naar het voorkomen van barrières zoals grote infrastructuur en wateren.

Interactieve atlas groen in en om de stad

De informatie in het Milieu- en Natuurcompendium over groen in en om de stad kunt u interactief bekijken met behulp van een digitale atlas. Om u op weg te helpen heeft de redactie de volgende kaart voor u geselecteerd: Groenstructuur: robuust en samenhangend In deze kaart vindt u de toestand in 1996 voor openbaar groen, semi-openbaar groen en agrarisch gebied samen weer als percentage van bestaand bebouwd gebied.
U kunt met de atlas ook andere kaarten raadplegen.

Bronnen

  • Bezemer & Visschedijk (2002). Groene meters. Alterra, Wageningen.

Relevante informatie

  • Beschikbaarheid groen in de stad, 2000 - 2006
  • Beschikbaarheid groen om de stad, 1996 - 2008
  • Milieudruk: verdeling over sociaal-economische groepenIs er samenhang tussen inkomen en kwaliteit van de woonomgeving, zoals geluidniveau, nabijheid van groen, bebouwingsdichtheid en milieudruk?
  • Ruimte per inwoner, 1900-2017
  • Farjon J.M.J. & G.W. Lammers (2002). Beoordeling ruimtebehoefte voor 60 000 ha groen om de stad. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Rapport 408765002/2002.
  • Jansen, S. (2001). Natuur in en om de stad. Alterra, werkdocument 2001/01, Wageningen.
  • LNV (2001). Structuurschema groene ruimte 2: samen werken aan groen Nederland. Ministerie LNV, Den Haag.
  • LNV (2002). Structuurschema Groene Ruimte 2, PKB 1. Ministerie LNV, Den Haag.
  • Middelkoop, M. van, E.J. Bruls en A.J. van Golen (2001). Rood en groen in balans; een verkenning van groennormen en alternatieve benaderingen. Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum, Den Haag.
  • RIVM (2002). Milieubalans 2002. Kluwer, Alphen aan den Rijn.
  • Vries, S. de en J. Bulens (2001). Rapportage project "Explicitering 300.000 ha", fasen 1 en 2. Alterra, Wageningen.
  • VROM (1999). De twaalf prestatievelden uit het Beleidskader Stedelijke Vernieuwing. Ministerie van VROM, Den Haag.
  • WHO (1997). Green cities, blue cities, pamphlet no 18. World Health Organization.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Groenstructuur: robuust en samenhangend (indicator 0449, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.