Radioactiviteit in oppervlaktewater, 1980-2019
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd.
Dit omdat actuele informatie over radioactiviteit in oppervlaktewater in Nederland te vinden is op de websites van het RIVM en RWS:
Sinds 1995 vertoont de hoeveelheid radioactiviteit, die Nederland via de Rijn, Maas en de Schelde binnenstroomt een redelijk stabiel beeld, bijvoorbeeld voor de alfa-activiteit in de Rijn en Maas en de tritium-activiteit in de Rijn. In de periode 1980 tot 1995 is er, voor enkele parameters, zoals jaargemiddelde beta-rest activiteit, een afname te zien.
Radioactiviteit in het oppervlaktewater
Sinds 1995 vertoont de hoeveelheid jaargemiddelde radioactiviteit, die Nederland via de Rijn, Maas en de Schelde binnenstroomt een redelijk stabiel beeld, bijvoorbeeld voor de alfa-activiteit in de Rijn en Maas en de tritium-activiteit in de Rijn. In de periode 1980 tot 1995 is er, voor de beta-rest activiteit, een afname te zien. De beta-rest activiteit is de totaal-beta-activiteit verminderd met de beta-activiteit van het van nature aanwezige kalium-40.
Deze hoeveelheid radioactiviteit is zodanig dat ze niet schadelijk is voor de volksgezondheid. Er bestaan voor oppervlaktewater zelf geen limieten op radioactieve stoffen. Er worden wel limieten gesteld aan lozingen van radioactieve stoffen door middel van vergunningen in het kader van de Kernenergiewet. Lozingen door kerncentrales en door de industrie zijn de belangrijkste kunstmatige (menselijke) bronnen van radioactiviteit op het oppervlaktewater; zie Compendium indicatoren:
- Radioactieve stoffen: emissies door Nederlandse kerncentrales, 1980-2019
- Radioactieve stoffen: emissies door de Nederlandse industrie, 1987-2015
Effecten op de volksgezondheid
Blootstelling aan straling vormt een gezondheidsrisico. Straling van radioactieve stoffen kan kanker veroorzaken. Vanwege het verschil in effecten op de gezondheid worden alfa-, beta-rest- en tritium-activiteit apart gemonitord. Meer informatie over blootstelling en gezondheid is te vinden op de website van het RIVM:
Deze indicator wordt in de toekomst niet meer geactualiseerd
Actuele informatie over radioactiviteit in oppervlaktewater in Nederland is nog wel te vinden bij het RIVM en RWS:
Relevante informatie
- CLO > Radioactieve stoffen: emissies door Nederlandse kerncentrales, 1980-2019 (trend)
- CLO > Radioactieve stoffen: emissies door de Nederlandse industrie, 1987-2015 (trend)
- RIVM > Monitoring van radioactiviteit in oppervlaktewater
- RIVM > Blootstelling aan ioniserende straling samengevat
- RWS > Waterdata
- Tanzi, C.P. & Knetsch, G.J. (2021) Monitoring of radioactivity in the Netherlands. Surface water and seawater - results 2019, RIVM report 2021-0081. https://www.rivm.nl/publicaties/monitoring-radioactivity-netherlands-surface-water-and-seawater-2019
- Tanzi, C.P. (2020) Environmental radioactivity in the Netherlands : Results in 2018, RIVM report 2019-0216. https://www.rivm.nl/publicaties/environmental-radioactivity-in-netherlands-results-in-2018
- MWTL Meetplan 2016, Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands, Milieumeetnet Rijkswateren chemie en biologie, 19 augustus 2015.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Radioactiviteit in oppervlaktewater
- Omschrijving
- Radioactiviteit in oppervlaktewater in de Rijn, Maas en Westerschelde
- Verantwoordelijk instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Berekeningswijze
- Metingen
Rijkswaterstaat voert het monitoringprogramma van radioactiviteit in oppervlaktewater uit om op systematische wijze de radioactiviteit in oppervlaktewater te bepalen. In dit kader worden ook metingen van de radioactiviteit die in Nederland binnenkomt via Rijn, Maas en Westerschelde uitgevoerd. De figuren geven meetresultaten voor tritium (waterstof-3), de totale activiteit van alfa-stralers en de zogenaamde beta-rest activiteit. - Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- onregelmatig
- Achtergrondliteratuur
- RIVM. Monitoring van radioactiviteit in oppervlaktewater
- Opmerking
- Het aantal deeltjes dat in een bepaalde tijdseenheid vervalt noemen we de radioactiviteit. De SI-eenheid van de radioactiviteit is de becquerel (Bq). Becquerel staat voor het aantal deeltjes dat per seconde vervalt. Radioacteit bestaat uit 3 verschillende vormen: alfa-, beta- of gamma-straling.- Alfastraling
Alfastraling, naar de Griekse letter α: alfa. Dit is een deeltje en bestaat uit twee protonen en twee neutronen. Dit is een vrij zwaar deeltje en wordt vooral uitgezonden door grote atomen.- Betastraling
Bètastraling, naar de Griekse letter β: beta. Dit is ook een deeltje, en bestaat uit een elektron. Dit deeltje is veel minder zwaar dan een alfadeeltje.- Gammastraling
Gammastraling, naar de Griekse letter γ: gamma. Dit is een vorm van elektromagnetische straling, net zoals het licht dat we zien. Gammastraling komt vaak voor in combinatie met alfa- of bètastraling.- Tritium radioactivitieit
Tritium (symbool T of 3H) is een isotoop van waterstof (H) met in de atoomkern een proton en twee neutronen, in plaats van alleen maar een proton. Tritium is radioactief (vervalt door bètaverval tot helium-3) met een halveringstijd van ongeveer 12,3 jaar. De laag-energetische elektronen (bètastralen) van tritium dringen niet door de menselijke huid heen. De beta-rest activiteit is de totale beta-activiteit verminderd met de activiteit van kalium-40. Kalium-40 komt van nature in het oppervlaktewater voor. - Betrouwbaarheidscodering
- B, schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2022). Radioactiviteit in oppervlaktewater, 1980-2019 (indicator 0315, versie 10, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.