Groepsrisico: de kans op een ramp in Nederland per activiteit, 2005

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator is afgesloten. Er is geen nieuwe informatie beschikbaar.

Een keer in de 400 jaar is er een ramp met 10 of meer doden. De kans op een ramp met circa 10 personen is het grootste voor regionale luchthavens of wegtransport terwijl de kans op een ramp met 100 personen het grootste is voor LPG-stations.

De kans op een ramp per bedrijfstak

De kans op een ramp met dodelijke slachtoffers verschilt per activiteit. En per activiteit hebben rampen van uiteenlopende omvang niet dezelfde kans. Zo is bij de VR-plichtige bedrijven de kans op een ongeluk met tien of meer doden eens in de 5.500 jaar, en de kans op een groter ongeluk met meer dan 500 doden, bij benadering, eens in de 30 miljoen jaar.

De kans op een ongeluk met 10 of meer doden

Vergelijkenderwijs is de kans op een ongeluk met tien of meer doden bij luchthavens het grootst: eens in de 1000 jaar. Voor het wegtransport is dit eens in de 1400 jaar, voor VR-plichtige bedrijven eens in de 5.500 jaar en voor spoorwegemplacementen één keer per 46 000 jaar. Voor alle sectoren bij elkaar is de kans op een ramp met minstens tien dodelijke slachtoffers eens in de 400 jaar. Dit risico wordt voor een groot deel veroorzaakt door de luchtvaart, het vervoer van gevaarlijke stoffen en door LPG-tankstations.

Toelichting groepsrisico

Bij het groepsrisico gaat het om de kans op een ramp waarbij een deel van de aanwezige personen om het leven komt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp. Een ongeval met 100 doden leidt tot meer maatschappelijke ontwrichting, leed en emoties, dan een ongeval met tien dodelijke slachtoffers. Aan de kans op een ramp met 100 doden wordt dan ook een grens gesteld, die een factor 100 lager ligt dan voor een ramp met tien doden.

Toelichting bedrijven en activiteiten die vallen onder het externe veiligheidsbeleid

Voorbeelden van typen bedrijven en activiteiten, die vallen onder het externe veiligheidsbeleid zijn: luchthavens, spoorwegemplacementen, LPG-tankstations, grote chemische bedrijven en vervoer over de weg, over het water, over het spoor en via leidingen.

Bedrijven die een groot risico vormen, omdat er bijvoorbeeld grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen zoals chloor omgaan, worden verplicht om veiligheidsrapporten op te stellen. Deze veelal grote chemische bedrijven worden VR-plichtige bedrijven genoemd. In een 'veiligheidsrapport' (VR) beschrijft een bedrijf - volgens wettelijke voorschriften - onder meer hoe het bedrijf er uitziet en welke maatregelen zijn genomen om de risico's terug te dringen en te beheersen. Elke vijf jaar, of bij grote veranderingen in het bedrijf of in de regelgeving moet een dergelijk rapport aan de overheid - provincie of gemeente - worden overlegd (VROM, 1993 en 1999). In 1999 is de wetgeving op belangrijke punten aangepast (VROM, 1999).

Kleinere bedrijven die toch een risico kunnen opleveren voor omwonenden, moeten onder andere voldoen aan de eisen die recent zijn vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (VROM 2004).

Wijzigingen in de figuur ten opzichte van het eerder gepubliceerde versies kunnen verschillende oorzaken hebben. Voor bijvoorbeeld de VR-bedrijven kan dit het gevolg zijn van:

  • gewijzigde wetgeving waardoor andersoortige bedrijven onder de regeling vallen;
  • oprichting van nieuwe bedrijven, bedrijfssluitingen, fusies of splitsingen;
  • het ontbreken van informatie voor een wisselende deel van de bedrijven;
  • gewijzigde inzichten in de schadelijkheid van bepaalde stoffen.

Bronnen

  • VROM (1993). Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Staatsblad 50. Sdu, Den Haag.
  • VROM (1999). Besluit Risico's Zware Ongevallen. Staatsblad 234. Sdu, Den Haag.
  • VROM (2004). Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen. Staatsblad 250. Sdu, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
04
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2007). Groepsrisico: de kans op een ramp in Nederland per activiteit, 2005 (indicator 0303, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.