Overschrijding oriëntatiewaarde groepsrisico in Nederland, 2004

Overschrijding oriëntatiewaarde voor het groepsrisico

Op verschillende plaatsen in Nederland is de kans op een ongeluk met dodelijke slachtoffers groter dan de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. De hoogte van deze oriëntatiewaarde is vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid voor Inrichtingen (VROM, 2004). In alle gevallen moet door bevoegd gezag verantwoord worden of het groepsrisico acceptabel wordt geacht. De oriëntatiewaarde geldt daarbij als ijkpunt. Bij het bedrijf dat is aangegeven met een rode stip, is de overschrijding tien keer zo groot als de gestelde waarde.
De kaart geeft niet aan voor een ramp van welke omvang de oriëntatiewaarde is overschreden. Zo kan een overschrijding met een factor tussen één en tien op de ene plek duiden op een overschrijding van de nog net geaccepteerde kans op 100 of meer slachtoffers, terwijl dezelfde overschrijding met een factor tussen één en tien elders geldt voor de oriëntatiewaarde gesteld aan de kans op tien of meer slachtoffers.

Beleid

Voor het verminderen van de gevaren rond dergelijke plekken - van vuurwerkbedrijven tot spoorwegemplacementen - worden door het kabinet middelen beschikbaar gesteld. Zo is voor de sanering van LPG-tankstations 30 miljoen euro uitgetrokken. De kosten voor sanering van al de knelpunten die samenhangen met de productie, transport en gebruik van ammoniak en LPG zijn recent geschat op circa 200 miljoen euro. Deze kosten moeten deels ook door het bedrijfsleven worden opgebracht (VROM 2005).