Radiumgehalte in baggerspecie uit het Rijnmondgebied, 1994-2002

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Sinds 2002 voert RIVM geen metingen meer uit aan baggerspecie uit het Rijnmondgebied. Omdat de meetreeks van het radiumgehalte in baggerspecie in 2002 is geëindigd is deze indicator afgesloten.

Voor de toepassing van baggerspecie uit het Rijnmondgebied als ophoogmateriaal moet het radiumgehalte laag zijn. Het gemeten radiumgehalte nam af in de periode 1994 tot 2002, maar is nog niet op het niveau van de natuurlijke achtergrondwaarde. Het is nog niet duidelijk of deze afnemende trend doorzet.

Radiumgehalte in baggerspecie van het Rijnmondgebied neemt af

Op de meeste meetlocaties in het Rijnmondgebied neemt het radiumgehalte in baggerspecie over de periode 1994-2002 af. De belangrijkste oorzaak van de afname is dat twee bedrijven gevestigd aan de Nieuwe Maas bij de Petroleum- en Botlekhavens, hun verwerking van fosforerts hebben afgebouwd en in 2000 volledig beëindigd. Deze bedrijven loosden radiumhoudend gips dat gedeeltelijk neerslaat op de waterbodem. Het radiumgehalte in de Nieuwe Maas lijkt vanaf 2000 weer toe te nemen. Op dit moment is niet duidelijk wat de oorzaak is. Toekomstige metingen zullen moeten aantonen of de geconstateerde toename een echte trend is of een tijdelijke verhoging.

Baggerspecie vroeger gebruikt op woningbouwlocaties

Gebruik van baggerspecie voor ophoging voegt radium toe aan de hoeveelheid radium die van nature in de bodem aanwezig is. Voor Nederland varieert het radiumgehalte in de bodem, zonder toevoeging door menselijk handelen, van 10 tot 60 Bq/kg (Bq: Becquerel, zie ).Uit het radium in de grond ontstaat het radioactieve radongas. Dit radongas kan via de kruipruimte in de woning komen. Bewoners worden hierdoor blootgesteld aan ioniserende straling afkomstig van radon. Bij een toegevoegd radiumgehalte in baggerspecie van meer dan 60 Bq/kg zou dit kunnen leiden tot een extra blootstelling door radon die hoger is dan de maximaal toegestane dosis voor de bevolking (0,1 mSv per jaar, zie ).Op de met baggerslib opgehoogde bouwlocaties is echter nergens een dergelijke verhoging van het radiumgehalte gemeten.

Toekomstige toepassing van baggerspecie

De hergebruikmogelijkheden voor baggerspecie worden sterk bepaald door de mate waarin de specie is vervuild. Het is dus van belang het radiumgehalte, maar ook andere verontreinigingen in baggerspecie goed te monitoren. Gemiddeld over de vijf meetlocaties ligt het radiumgehalte in baggerspecie uit de Rijnmond in 2002 net boven de 60 Bq/kg, dus boven de natuurlijke achtergrondwaarde. Baggerspecie wordt nu opgeslagen in speciaal aangelegde depots en op beperkte schaal hergebruikt, bijvoorbeeld in de wegenbouw.

Methodiek

Jaarlijks bepaalt het RIVM het radiumgehalte (226Ra) in baggerspecie verzameld nabij de voormalige lozingspunten (havens en Nieuwe Maas) en in de riviermonding van de Nieuwe Waterweg. Deze bepalingen zijn bedoeld om de gevolgen van de inmiddels beëindigde lozingen van de twee fosforertsverwerkende bedrijven te volgen in de tijd. Bij een evaluatie van de meetmethode in 2002 bleken de over 1994-2001 gerapporteerde waarden met 16% overschat te zijn. De historische waarden in bovenstaande figuur zijn voor die overschatting gecorrigeerd (zie Bijwaard et al, 2003).

Bronnen

  • Bijwaard, H., R.M.W. Overwater, P. Glastra en L.A. Nissan (2003). Radium in baggerspecie afkomstig uit het Rijnmondgebied; Resultaten over 2002 en correcties voor 1994-2001. RIVM (rapportnr. 610 100 005), Bilthoven.
  • Lembrechts, J. (1998). De dosis ten gevolge van eenheidslozingen 226Ra, 210Pb en 210Po in de Nieuwe Waterweg. Een herberekening op basis van nieuwe inzichten. RIVM (rapportnr. 610 050 004), Bilthoven.
  • Lembrechts, J., P. Glastra en P. Stoop (1998). Radium in baggerspecie afkomstig uit het Rijnmondgebied; resultaten over 1997. RIVM (rapportnr. 610 058 007), Bilthoven.
  • Lembrechts, J., P. Glastra, L.A. Nissan en R.M.W. Overwater (2002). Radium in baggerspecie afkomstig uit het Rijnmondgebied. Resultaten over 2001. RIVM (rapportnr. 610 050 010), Bilthoven.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
04
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Radiumgehalte in baggerspecie uit het Rijnmondgebied, 1994-2002 (indicator 0259, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.