Tributyltin in jachthavens, 1990-2000

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De concentraties van tributyltin in het water van jachthavens zijn in de afgelopen jaren sterk afgenomen maar liggen nog wel boven de norm.

Ontwikkeling concentratie tributyltin

De concentratie tributyltin (TBT) is de afgelopen jaren sterk gedaald. Het maximaal toelaatbaar risico (MTR) niveau wordt overal overschreden, wellicht met uitzondering van Colijnsplaat (waarde ligt onder de 3 ng/l maar hoeveel precies kan niet worden gemeten). De hoogste concentraties in 2000 worden gemeten in Scheveningen (28 µg/l) en Scharrendijke (22 µg/l).

Beleid

Het MTR-niveau voor deze stof is 1 ng/l. Sinds 1990 is het gebruik van TBT-houdende verf verboden op schepen korter dan 25 meter. Vanaf 2003 mag het ook niet meer op langere schepen worden gebruikt.

Relevantie

TBT is een stof die gebruikt wordt in aangroeiwerende verf op schepen. De stof komt langzaam vrij uit de scheepswand en veroorzaakt al in lage concentraties toxische effecten, ook bij organismen en op plaatsen waarvoor het niet is bedoeld. De meest gevoelige organismen zijn twee zoutwaterorganismen; om die reden worden hier alleen zoutwaterhavens getoond.

Bronnen

  • Kortlandt, E. en J. Stronkhorst (1998). Stof tot na denken. TBT in aan groeiwerende verf op schepen. Brochure. Rijkswaterstaat/RIKZ, Den Haag.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

-

Omschrijving

-

Verantwoordelijk instituut

-

Berekeningswijze

-

Basistabel

-

Geografische verdeling

-

Verschijningsfrequentie

-

Betrouwbaarheidscodering

-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Tributyltin in jachthavens, 1990-2000 (indicator 0247, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.