Aantasting van de ozonlaag: beleid
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Om de ozonlaag te beschermen hebben bijna alle landen in 1987 het Montreal Protocol onderschreven. Daarmee hebben deze landen zich verplicht tot het beperken of stopzetten van de productie en het gebruik van stoffen die de ozonlaag aantasten.
Het Montreal Protocol over stoffen die de ozonlaag aantasten
Het internationale beleid heeft tot doel het beperken of stopzetten van de productie en het gebruik van stoffen die de ozonlaag aantasten. Dit doel is in 1987 vastgelegd in het Montreal Protocol. De landen die het protocol hebben ondertekend, hebben zich verplicht om vanaf 1994 geen halonen meer te produceren en te gebruiken. Voor chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's), koolstoftetrachloride (tetra, CCl4) en 1,1,1-trichloorethaan (methylchloroform, CH3CCl3) geldt dat productie en consumptie gestopt moest zijn in 1996. HCFK's zijn minder schadelijk voor de ozonlaag dan CFK's en worden toegestaan als tijdelijke vervanger voor CFK's. In het protocol is daarom het gebruik van HCFK's nog tot 2020 toegestaan. Los van deze verplichtingen is beperkt gebruik van alle ozonlaagaantastende stoffen toegestaan voor enkele specifieke toepassingen.
Voor ontwikkelingslanden gelden bovengenoemde verplichtingen pas vanaf 2010/2020 (afhankelijk van de beschouwde stof) om ze meer tijd te gunnen voor het introduceren van vervangende stoffen. Productie in geïndustrialiseerde landen voor export naar ontwikkelingslanden is toegestaan.
Rapportage over de voortgang van het Protocol
Alle landen die het Montreal Protocol hebben ondertekend moeten elk jaar gegevens leveren over geproduceerde en gebruikte hoeveelheden ozonlaagaantastende stoffen. Deze statistieken moet geleverd worden aan het Ozonsecretariaat van het milieuprogramma van de VN. Uit de statistieken blijkt, dat de (oude) EU-15 landen voldoen aan de verplichtingen onder het Montreal Protocol.
De wetenschappelijke kennis over de aantasting van de ozonlaag, de mogelijke effecten en de beleidsopties worden om de paar jaar beschreven door UNEP/WMO in diverse assessment rapporten.
Beleid in Nederland
De Nederlandse beleidsdoelstelling is het volledig beëindigen van de binnenlandse verkoop van ozonlaagaantastende stoffen. Vanaf 1995 worden in Nederland, overeenkomstig de internationale afspraken, uitsluitend hergebruikte CFK's en halonen verkocht. Hiermee is het beleidsdoel gehaald.
Effecten van het beleid
Als gevolg van het Montreal Protocol is de productie en het gebruik van ozonlaagaantastende stoffen de afgelopen tien jaar wereldwijd sterk gedaald. Het Montreal Protocol is dus een groot succes te noemen. De genomen maatregelen moeten er toe leiden dat de ozonlaag zich gaat herstellen ('dikker' wordt) en terugkeert naar een situatie zoals voor 1980.
- Aantasting van de ozonlaag: oorzaken en effecten
- Concentratie ozonlaagafbrekende stoffen, 1978-2022
- Dikte van de ozonlaag, 1980-2022
Naast HCFK's zijn ook HFK's vervangers voor CFK's. HFK's zijn gebaseerd op fluor in plaats van chloor en broom. Deze zijn niet schadelijk voor de ozonlaag. Wel zijn HFK's krachtige broeikasgassen en zijn ze daarom ondergebracht in het Kyoto Protocol. Ook enkele andere fluorverbindingen (PFK's en SF6) vallen onder het Kyoto Protocol. Een aantal ozonlaagafbrekende stoffen die zijn gereguleerd onder het Montreal Protocol, zijn eveneens krachtige broeikasgassen. De uitfasering van deze stoffen is dus niet alleen van belang voor het herstel van de ozonlaag, maar ook voor het tegengaan van klimaatverandering.
Bronnen
- UNEP (1987 - 2000). The Montreal Protocol on substances that deplete the ozonelayer (met amendementen).
- UNFCCC (1997). Kyoto Protocol to the United Nations Framework Convention on Climate Change. Kyoto, 11 december 1997. Link naar PDF-file. Link naar HTML-versie.
- WMO (2003) (World Meteorological Organization): Scientific Assessment of Ozone Depletion: 2002. Global ozone research and monotoring project - report No. 47, Geneva, 2003.
- WMO/UNEP (2006). Scientific Assessment of ozone depletion: 2006. Executive Summary [opent pdf-document].
- Velders et al. (2007). Het belang van het Montreal Protocol bij de bescherming van het klimaat
Relevante informatie
- Aantasting van de ozonlaag: oorzaken en effecten
- Verkoop en emissie van CFK's en halonen in Nederland, 1980-2003
- Extra huidkankerrisico in Europa door toename UV-straling, 1980-2006.
- NASA/TOMS: Meest recente ozonkaarten en -data
- Metingen van ozonlaagaantastende stoffen: NOAA/CMDL/HATS en ALE/GAGE/AGAGE
- Informatie over het Montreal protocol is te vinden op de website van het Ozone-secretariate van de Verenigde Naties.
- EPA (Environmental Protection Agency): Informatie over wetenschap en de aantasting van de ozonlaag, het ozonbeleid en alternatieven voor stoffen de ozonlaag aantasten.
- ETC/ACC (Europeen Topic Center on Air and Climate Change).
- Informatie over het ozonlaagbeleid van Nederland staat op de website van het ministerie van VROM in het Dossier Cfk's.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- Toelichting gebruikte afkortingen CFK's Chloorfluorkoolwaterstoffen; ook wel freonen (=de oorspronkelijke handelsnaam van producent Dupont Nemours) genoemd. Bevatten geen waterstof (H).Halonen Fluor-, chloor- én broomhoudende koolwaterstoffen. HCFK's Chloorfluorkoolwaterstoffen die, naast chloor- en fluoratomen nog één of meer waterstof (H) atomen bevatten.HFK's Fluorkoolwaterstoffen die naast fluoratomen nog één of meer waterstof (H) atomen bevatten.PFK's Perfluorkoolwaterstoffen. Deze zijn volledig gefluorideerd en bevatten dus geen enkel waterstofatoom.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Aantasting van de ozonlaag: beleid (indicator 0174, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.