Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest, 1980 en 2000
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Ontwikkeling ammoniakemissie
De ammoniakemissie uit de landbouw is in de periode 1980-2000 gedaald van 220 naar 139 miljoen kg, een daling van 37%. Het heeft ertoe geleid dat in de concentratiegebieden minder dierlijke mest per hectare werd gebruikt en in combinatie met emissiearme mestaanwending zijn de lokale hoge emissies sterk verminderd. Het mestbeleid heeft er tevens toe geleid dat er in akkerbouwgebieden meer dierlijke mest werd aangewend. Tezamen met de uitbreiding van veehouderij in akkerbouwgebieden, is de emissiedaling in deze gebieden lager dan het nationale gemiddelde en soms zelfs toegenomen in vergelijking met 1980 (Groningen, Flevoland en Zeeland).
Methodiek
De kaarten geven een beeld van de ammoniakemissie per vak van 5x5 kilometer.
Bronnen
- Hoek, K.W. van der (2002). Uitgangspunten voor de mest- en ammoniakberekeningen 1999 tot en met 2001 zoals gebruikt in de Milieubalans 2001 en 2002, inclusief dataset landbouwemissies 1980-2001. RIVM (rapportnr. 773 004 013), Bilthoven.
Relevante informatie
- Recente emissiecijfers kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest, 1980 en 2000 (indicator 0102, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.