Capaciteit van afvalwaterzuiveringsinstallaties, 1980-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Bijna 97 procent van het afvalwater van bedrijven en huishoudens wordt gezuiverd bij een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Een aantal bedrijven met veel afvalwater zuivert in een eigen (industriële) afvalwaterzuiveringsinstallatie.

Ontwikkelingen bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's)

In 2010 wordt ruim 99 procent van het afvalwater van de huishoudens gezuiverd bij een van de 349 RWZI's in Nederland. Ook vrijwel alle bedrijven lozen hun afvalwater via het riool op een RWZI. Een aantal grote industriële bedrijven zuivert het afvalwater zelf. De capaciteit van RWZI's heeft zich de laatste 10 jaar gestabiliseerd rond de 25 miljoen inwonerequivalenten.

Veel technische aanpassingen om zuivering nutriënten te verbeteren

Als gevolg van de implementatie van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater (VROM / V&W, 1996) hebben er grote technische aanpassingen plaatsgevonden op de RWZI's om een betere zuiveringsprestatie voor nutriënten te bewerkstelligen. Deze maatregelen hebben als doel de emissie en belasting van het oppervlaktewater door vermestende stoffen te verminderen.

Biologische defosfatering meest gebruikte methode

De aanpassingen voor defosfatering zijn voor het belangrijkste deel in de jaren negentig doorgevoerd. Het aandeel RWZI's met defosfatering neemt dan ook niet meer toe.
Biologische defosfatering is inmiddels de meest gebruikte methode. Het aandeel RWZI's met biologische fosfaatverwijdering is tussen 1995 en 2010 toegenomen van 10 naar bijna 70 procent (CBS, 2012a). Chemische fosfaatverwijdering wordt daarnaast vaak toegepast ter aanvulling van biologische methoden.

Inhaalrace stikstofverwijdering bijna voltooid

Het aandeel RWZI's waar extra stikstofverwijdering plaatsvindt, is het laatste decennium sterk gestegen. In 2010 wordt op 90 procent van de totale zuiveringscapaciteit extra stikstofverwijdering toegepast. In 1995 was dit nog slechts 11 procent. Voor de komende jaren wordt nog een lichte toename verwacht.

Ontwikkelingen bij bedrijfsafvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI's)

Het aantal en de capaciteit van AWZI's is vooral in de jaren tachtig sterk gegroeid. Dit was mede onder invloed van het saneringsprogramma zuurstofbindende stoffen. Voor grote industriële lozers werd het economisch aantrekkelijk om zelf te zuiveren vanwege de daarbij te behalen forse besparingen op de verontreinigingsheffingen. De capaciteit van AWZI's is in 2010 licht gestegen ten opzichte van 2009; in 2010 bedraagt zij 14,1 miljoen inwonerequivalenten (CBS, 2012b).

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Capaciteit van afvalwaterzuiveringsinstallaties
Omschrijving
Ontwikkeling van de capaciteit van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) en afvalwaterzuiveringsinstallaties bij de industrie (AWZI's).
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De capaciteitsgegevens worden door de waterkwaliteitsbeheerders en bedrijven aan het CBS verschaft. Informatie over de berekeningswijze van de gegevens is te vinden in de korte onderzoeksbeschrijving Zuivering van stedelijk afvalwater.
Geografische verdeling
Nederland, deelstroomgebied, landsdeel, provincie
Andere variabelen
Technische kenmerken (mate van defosfatering extra stikstofverwijdering, slibstabilisatie, slibontwatering), procesgegevens (aan- en afvoer van verontreinigingen, rendement, e.d.), afzet zuiveringsslib, energieverbruik en energieopwekking.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Zie de berekeningswijze
Betrouwbaarheidscodering
A (Integrale enquête)

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2012). Capaciteit van afvalwaterzuiveringsinstallaties, 1980-2010 (indicator 0044, versie 13, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.