Energieverbruik in de land- en tuinbouw, 1990-2003

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De glastuinbouw verbruikt verreweg de meeste energie. Afhankelijk van de strengheid van de winter fluctueert het verbruik.

 AardgasPropaanOverige brandstoffen1)ElektriciteitWarmte2)Totaal
       
 PJ     
       
19901490,92,63,62,2158
19951411,61,810,710,0165
19961481,81,611,415,4178
19971301,20,911,617,0161
19981311,40,712,119,1164
       
19991280,90,712,315,7157
20001251,10,913,315,4155
20011211,10,913,714,5151
2002*1221,21,013,812,7151
2003*1211,10,913,911,2148
       
Specificatie 2003      
Akkerbouw0,00,10,10,500,7
Bloembollenteelt1,0000,701,8
Glastuinbouw11200,15,211,2128
Graasdierbedrijven1,00,20,13,204,5
Hokdierbedrijven2,60,70,52,306,1
Overige bedrijven4,50,20,11,906,8
       
Bron: CBS en LEI.CBS/MC/jun05/0013
1) Petroleum, huisbrandolie en steenkool.
2) Stoom en warm water.

Vooral verbruik aardgas voor verwarming

Het grootste deel van de energie wordt verbruikt in de glastuinbouw voor de verwarming van kassen. Het weer (temperatuur en zonneschijn) is de belangrijkste bepalende factor voor het energieverbruik. Het toepassen van stoom en warm water voor de verwarming van kassen is vooral in de eerste helft van de jaren negentig sterk toegenomen. Vanaf 1999 is het warmteverbruik aan het dalen. Dit is een gevolg van de Liberalisering van de Energiemarkt, waarbij de glastuinbouw kiest voor een hogere constante afname van aardgas tegen een lagere prijs i.p.v. warmteverbruik van omliggende industrieën aangevuld met een lagere constante afname aardgas en af en toe de duurdere piek-afname. Voor het overige verbruik (verwarming stallen, verlichting, machines) is nauwelijks een ontwikkeling waar te nemen.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over het verbruik van energiedragers is te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De hier gepresenteerde cijfers voor het totale energieverbruik door de land- en tuinbouw wijken af van de gegevens die in StatLine gepubliceerd zijn (CBS, 2004). In StatLine omvat het totale verbruik ook het verbruik van motorbrandstoffen voor (mobiele) landbouwwerktuigen, terwijl dit in de tabel hierboven niet het geval is. Binnen de doelgroepenindeling zoals in het Milieucompendium gebruikt wordt, valt het verbruik van brandstoffen voor (mobiele) landbouwwerktuigen onder de doelgroep Verkeer en vervoer.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2005). Energieverbruik in de land- en tuinbouw, 1990-2003 (indicator 0013, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.