Veelgestelde vragen

Bij het CLO komen regelmatig vragen binnen over het gebruik van CLO-informatie of hoe de informatie tot stand komt. Maar ook meer in het algemeen: wat zijn indicatoren, waarom zijn sommige indicatoren afgesloten of hoe zit het met betrouwbaarheid?

Hieronder vindt u deze informatie in de vorm 'vraag-antwoord'.

Gebruik van informatie

Hoe verwijs ik naar het Compendium voor de Leefomgeving?

De algemene verwijzing naar informatie uit het Compendium voor de Leefomgeving is als volgt:

CBS, PBL, RIVM, WUR (jaartal). www.clo.nl. CBS, Den Haag, PBL, Den Haag, RIVM, Bilthoven en WUR, Wageningen.

Wilt u in een rapport naar een specifieke webpagina verwijzen, bedenk dan dat de inhoud van deze webpagina's regelmatig wordt ververst. Vermeld daarom ook het versienummer en de datum van de indicator, dit vindt u onderaan de indicatorpagina. Voorbeeld:

CBS, PBL, RIVM, WUR (2007). Productie van duurzame energie, 1990-2006 (versie 11, 19 juli 2007) . www.clo.nl. CBS, Den Haag, PBL, Den Haag, RIVM, Bilthoven en WUR, Wageningen.
 

Mag ik informatie uit het Compendium overnemen?

Tenzij anders vermeld, is op de inhoud van deze website de ‘creative commons’ licentie naamsvermelding (CC-BY) van toepassing. Dit houdt in dat het kopiëren, distribueren en vertonen van het werk en afgeleide werken is toegestaan op voorwaarde van naamsvermelding van de oorspronkelijke auteur, in dit geval het Compendium voor de Leefomgeving. Bij afgeleide werken mag echter niet de indruk worden gewekt dat het Compendium voor de Leefomgeving zonder meer de strekking van het afgeleide werk onderschrijft.

Foto’s op de website vallen niet onder deze ‘creative commons’ licentie omdat het Compendium voor de Leefomgeving hiervoor niet over het auteursrecht beschikt.

Zie ook de veelgestelde vraag 'Hoe verwijs ik naar het Compendium voor de Leefomgeving?'

Hoe kom ik in contact met de redactie?

Stuur uw vraag via het contactformulier naar onze redactie.

Ik wil graag een hoge resolutie figuur voor een rapport of boek. Hoe kom ik daar aan?

U kunt figuren uit het Compendium in hoge resolutie krijgen om deze in uw (papieren) publicatie op te nemen. Neem hiervoor contact op met de redactie door het contactformulier in te vullen of te mailen naar info@pbl.nl.

Zijn de cijferdata gebruikt voor de kaarten en grafieken beschikbaar?

Nagenoeg alle grafieken die in het Compendium te vinden zijn, zijn voorzien van cijferdata in de vorm van een Microsoft Excel bestand. Vaak wordt er zelfs nog uitgebreidere data beschikbaar gesteld via deze bestanden. Voor kaarten is dit niet het geval omdat het hier om veel grotere bestanden gaat. Data van kaarten, als die doorgeleverd mag worden, kan opgevraagd worden bij de redactie via info@pbl.nl. De download-link voor de data zit onder het downloadicoon aan de rechterkant van een figuur.

Informatie over indicatoren

Wat zijn indicatoren?

De informatie in het Compendium voor de Leefomgeving wordt gepresenteerd in de vorm van indicatoren: ruwe meetgegevens samengevat tot relevante, betekenisvolle informatie. De indicatoren tonen trends en ruimtelijke beelden, en vergelijken deze met (beleids)doelen, referenties, kritische niveaus, benchmarks en dergelijke. Bij elke indicator wordt een korte hoofdboodschap gepresenteerd, gevolgd door verdere wetenschappelijke, beleidsmatige en technische toelichting.

Hoe is de keuze van de gepubliceerde indicatoren tot stand gekomen?

Het streven is om voor alle belangrijke milieu-, natuur en ruimtevraagstukken de huidige situatie in beeld te brengen en hoe de ontwikkeling tot dit moment is verlopen. Voorwaarde daarvoor is dat er goede meetgegevens zijn. De redactie van het Compendium voor de Leefomgeving hanteert de volgende richtlijnen bij het kiezen van indicatoren:

  • Het Compendium bevat feiten en cijfers die bijdragen aan de kwaliteit van de politiek/bestuurlijke afwegingen op het gebied van natuur, milieu en ruimte en is primair bedoeld voor strategische beleidsbeslissingen en de wetenschap.
  • Gegevens in het Compendium moeten representatief zijn voor, en zeggingskracht hebben over, de belangrijke processen in de natuur, milieu en ruimte van Nederland of het beleid op dit gebied.
  • Het gaat primair om landelijke cijfers, maar gegevens kunnen ook worden gepresenteerd op een lager of hoger schaalniveau. Een ruimtelijke differentiatie is voor veel beleidsterreinen onontbeerlijk. Deze ruimtelijke verdeling sluit aan bij 1) de schaal waarop het probleem zich manifesteert (mondiaal, Europees, landelijk, en voor zover van landelijk belang ook regionaal) en 2) de invloedssfeer van het bevoegd gezag (EU, rijksoverheid, provincies en gemeenten).
  • Cijfers moeten afkomstig zijn uit een onderzoek dat met een geregelde en vergelijkbare frequentie wordt herhaald.
  • Ad-hoc indicatoren worden enkel opgenomen wanneer de actualiteit daar om vraagt of wanneer het onderwerp een witte plek opvult.
  • Het gaat om gegevens die een beeld geven van de huidige toestand en de trend die tot die toestand heeft geleid. Indien mogelijk wordt de huidige toestand en de trend vergeleken met in het beleid vastgestelde doelen/streefwaarden.
  • Het Compendium bevat geen beleidsevaluerende indicatoren die louter gebaseerd zijn op modellen en aannames over de invloed van het overheidsbeleid in de sectoren.
  • Er worden geen beleidsvoorstellen gedaan bij de indicatoren. Er wordt uitsluitend vastgesteld of de (beleids)doelstelling is gehaald en er worden verklaringen gegeven voor de gevonden toestand/trend.

Hoe kan ik geïnformeerd worden over updates van indicatoren?

De website van het Compendium voor de Leefomgeving biedt informatie over nieuwe indicatoren aan via RSS. Door één of meer van de aangeboden RSS-feeds op te nemen in uw RSS-lezer bent u direct op de hoogte van wijzigingen in de voor u interessante indicatoren.

Hoe vaak worden indicatoren vernieuwd?

Het Compendium voor de Leefomgeving bevat ruim 450 indicatoren. Jaarlijks worden er ongeveer 300 vernieuwd – een overzicht hiervan is te zien bij ‘Indicatoren’ via de menubalk. Dit overzicht is standaard gesorteerd op datum met de meest recente bovenaan. Het streven is om elke indicator jaarlijks te voorzien van nieuwe gegevens, maar dat is niet altijd zinvol: sommige dingen veranderen minder snel. Dan worden ze bijvoorbeeld om de twee of vijf jaar herzien. De updatefrequentie van een indicator staat vermeld in de technische toelichting onderaan een indicatorpagina. Het versienummer en de actualisatiedatum staan ook onderaan de indicatorpagina.