Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden, 2000-2015

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Het aandeel woningen en inwoners binnen nationale bundelingsgebieden is in de periode 2000-2015 licht toegenomen. Iets meer dan de helft van het aantal woningen en inwoners ligt binnen nationale bundelingsgebieden. Voor heel Nederland is het aandeel inwoners binnen bundelingsgebied tussen 2000 en 2015 met 1,3 procentpunt toegenomen.

Bundeling wonen

In de Nota Ruimte zijn nationale bundelingsgebieden voor verstedelijking aangewezen. Het doel daarbij was dat bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen het aandeel verstedelijking binnen deze bundelingsgebieden ten minste gelijk zou blijven. Dit doel is losgelaten met de inwerkingtreding van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Iets meer dan de helft van de woningen (55 procent) en inwoners (53 procent) bevindt zich binnen de nationale bundelingsgebieden. Tussen 2000 en 2012 is het aandeel woningen binnen bundelingsgebied met 0,1 en het aandeel inwoners met 0,9 procentpunt toegenomen. In de meest recente analyseperiode (2012 - 2015) is het aandeel woningen gelijk gebleven en nam het aandeel inwoners licht toe met 0,4 procentpunt.

Bundeling wonen per provincie

Vooral in de randstad-provincies (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland) en in Noord-Brabant was er tussen 2000 en 2015 een grote toename van woningen en inwoners binnen bundelingsgebied. In de provincies Overijssel en Gelderland was er veel uitbreiding buiten bundelingsgebied. In Limburg was tussen 2002 en 2015 sprake van een afname van het aantal inwoners. Deze afname was groter binnen bundelingsgebied dan daarbuiten. In de provincie Groningen was er een afname van inwoners buiten het bundelingsgebied. Tussen 2000 en 2015 is alleen in de provincies Overijssel en Limburg het aandeel wonen binnen bundelingsgebied substantieel afgenomen. De bundelingsgebieden in deze provincies liggen in regio's waar de bevolking krimpt (Zuid-Limburg) of minder sterk groeit dan in de rest van de provincie (Twente). In de provincies Friesland en Zeeland zijn geen nationale bundelingsgebieden verstedelijking aangewezen.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De minister van IenM heeft aan de Tweede Kamer toegezegd ook de doelen uit de Nota Ruimte die in de SVIR zijn losgelaten, te blijven monitoren. Het gaat hierbij om beleid waarvan de minister tijdens de Kamerbehandeling van de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte expliciet heeft aangegeven dat het niet is gedecentraliseerd, maar is 'losgelaten'. Het beleid is niet expliciet overgedragen aan de decentrale overheden, daardoor staat het hen vrij dit beleid te continueren dan wel te wijzigen of te beëindigen.
Het betreft hier dan ook nadrukkelijk een indicator van losgelaten rijksbeleid, en niet van beleid van andere overheden. Voor het monitoren van dit losgelaten rijksbeleid is gebruik gemaakt van bestaande indicatoren uit de voormalige Monitor Nota Ruimte die, vaak in gewijzigde vorm, zijn geactualiseerd. Het gaat om indicatoren op het gebied van verstedelijking (bundeling en verdichting) en open ruimte en landschap (ruimtelijke ontwikkelingen in Rijksbufferzones en Nationale Landschappen).

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bundeling van wonen (woningen en inwoners) in nationale bundelingsgebieden verstedelijking, 2000-2015
Omschrijving
Het aandeel woningen en inwoners binnen nationale bundelingsgebieden verstedelijking en de veranderingen tussen 2000 en 2015 uitgesplitst naar provincies.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en CBS
Berekeningswijze
Woningen en wooneenheden uit het woningregister van het CBS (t/m 2012), Verblijfsobjecten met een woonfunctie uit de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) (vanaf 2012) en inwoners uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) zijn via koppeling met de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) van coördinaten voorzien. Vervolgens is door het CBS de ligging ten opzichte van nationale bundelingsgebieden verstedelijking bepaald. Verandering van aantallen binnen en buiten bundelingsgebieden per provincie zijn berekend en de aandelen binnen bundelingsgebied.
Doordat het CBS vanaf 2012 de woningvoorraad afleidt uit de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) is er een trendbreuk.
Basistabel
CBS Woningregister, Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
Geografische verdeling
Nederland, provincies
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2016). Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden, 2000-2015 (indicator 2005, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.