Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de Handel, diensten en overheid, 1995-2016

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De dienstverlening levert de grootste bijdrage in de totale bruto toegevoegde waarde. In 2016 bedroeg deze bijdrage 78 procent. In 2016 nam de toegevoegde waarde van de dienstverlening toe met 2,1 procent. De werkgelegenheid steeg met 1,7 procent.

 19952000200520102015*2016*Aandeel 2016* in totaal1)
        
 volume-index (2010=100)  %
        
Toegevoegde waarde HDO 3)66,284,290,9100106,9109,1100
Handel, vervoer en horeca65,887,993,7100110,2113,027
w.o.vervoer over land83,3100,698,5100101,6104,82
Informatie en communicatie33,669,388,4100113,5115,87
w.o.Telecommunicatie22,058,592,110092,593,52
Overige dienstverlening70,484,089,7100105,4107,367
x 1 000 arbeidsjaren  %
        
Werkgelegenheid HDO 3)4 3255 0465 1835 5945 6665 760100
Handel, vervoer en horeca1 4531 6121 5641 5961 5971 62728
w.o.Vervoer over land1621761701721611653
Informatie en communicatie1342292222352542625
w.o. telecommunicatie2547403028291
Overige dienstverlening2 7383 2053 3973 7633 8153 87167
         
Bron: CBS (2017). CBS/okt17
1) In 2016 bedroeg het totale arbeidsvolume in Nederland ruim 7,1 miljoen arbeidsjaren en het aandeel van HDO in het totale BBP bedroeg 78,0% (voorlopige cijfers).
2) Gebaseerd op basisprijzen.
3) Inclusief (delen van) de doelgroepen Verkeer en vervoer, Afvalbeheersbedrijven en Actoren in de waterketen.

HDO levert grootste bijdrage aan Nederlandse werkgelegenheid en toegevoegde waarde

De totale dienstverlening heeft sinds het begin van de jaren tachtig een steeds groter aandeel in de werkgelegenheid en de bruto toegevoegde waarde gekregen. De bijdrage van de dienstverlening aan de toegevoegde waarde is langzaam opgelopen tot 78,2 procent in 2016. Het aandeel in de werkgelegenheid is ook langzaam toegenomen. Het aandeel bedraagt nu ongeveer 81 procent van het totaal aantal arbeidsjaren. Deze aandelen gaan vooral ten koste van de aandelen van de landbouw en industrie.

Toegevoegde waarde HDO groeit in 2016 met 2,1 procent

De snelgroeiende bedrijfstakken in 2016 zijn de handel, horeca, reisbureaus en de uitzendbureaus. Deze groeiden respectievelijk met 2,8, 5,5, 8,8, en 9,3 procent.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de Handel, diensten en overheid
Omschrijving
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen van de Handel, diensten en overheid, plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil tussen toegerekende en afgedragen BTW
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Voor alle sectoren in de nationale economie wordt de toegevoegde waarde bepaald. Het CBS haalt de gegevens voor de statistieken uit veel verschillende bronnen. Per onderzoek staat aangegeven hoe en waar de gegevens worden verzameld.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Netto binnenlandsproduct (marktprijzen), toegevoegde waarde (bruto, netto in basisprijzen), nationaal inkomen, beschikbaar nationaal inkomen, consumptieve bestedingen
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
Doordat geen sluitende vertaling gemaakt kan worden van de economische sectoren zoals het CBS die waarneemt naar de doelgroepen of milieubeleidssectoren, omvat een aantal van de gepresenteerde doelgroepen/sectoren een bredere economische sector.
Er heeft onlangs een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1969.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2017). Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de Handel, diensten en overheid, 1995-2016 (indicator 0046, versie 17, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.