Woningvoorraad naar bouwjaar en woningtype, 2014
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Op 1 januari 2014 waren er ruim 7,5 miljoen woningen in Nederland. Van deze woningen zijn er 8% in 2005 of later gebouwd. Onder meergezinswoningen is het aandeel woningen in deze recente bouwjaarklasse bijna dubbel zo groot als onder eengezinswoningen.
Bijna tweederde van alle woningen bestaat uit eengezinswoningen, de rest uit woningen die voor meerdere gezinnen zijn bestemd. Van de eigen woningen is 83% een eengezinswoning. Bij huurwoningen ligt dit aandeel aanzienlijk lager.
Bouwjaar
Van alle woningen is 19,3% gebouwd vóór 1945. Onder eigen woningen is vertegenwoordiging van vooroorlogse woningen met 21,5% groter dan onder huurwoningen (16,6%). Er zijn naar verhouding weinig vooroorlogse corporatiewoningen; 9,5% van dit type huurwoning valt in de bouwjaarklasse tot 1945.
Van de eigen woningen is het grootste deel (30%) gebouwd in de periode 1965-1984. Dit geldt in sterkere mate ook voor huurwoningen. Ruim een derde van dit woningtype dateert uit de periode 1965-1984 (35,8%). Van de corporatiewoningen stamt 40% uit deze periode.
Op 1 januari 2014 had 7,8% van de eigen woningen als bouwjaar 2005 of later. Dit verschilt niet veel van de huurwoningen (8,4%). Opvallend is dat onder alle meergezinswoningen in het aandeel woningen in deze bouwjaarklasse (11,5%) bijna dubbel zo groot is als bij de eengezinswoningen (6,1%).
Woningtype
Bijna 65% van de woningvoorraad bestaat uit eengezinswoningen, ruim 35% uit meergezinswoningen (waaronder appartementen, galerijwoningen, maar ook woningen met bedrijfsruimten). Het aandeel eengezinswoningen is het hoogst in Drenthe (82,1%), op korte afstand gevolgd door Friesland en Zeeland. Zuid-Holland is de enige provincie waar meer meergezinswoningen staan dan eengezinswoningen. In Noord-Holland is het aandeel meergezinswoningen vrijwel op gelijke hoogte gekomen met eengezinswoningen. Net als in 2013 is in Amsterdam de vertegenwoordiging van eengezinswoningen het laagst (12,2%) en in de Gelderse gemeente Rozendaal het hoogst (99,4%). Amsterdam wordt op ruime afstand gevolgd door enkele grote gemeenten in Zuid-Holland, waar het aandeel eengezinswoningen eveneens laag is: Den Haag (21,3%), Rotterdam (25,0%), Rijswijk (26,1%), Schiedam (30,6%) en Delft (33,9%). In de noordelijke provincies en Zeeland komen veel gemeenten voor waarin eengezinswoningen sterk zijn vertegenwoordigd.
Onder eigen woningen komen eengezinswoningen relatief vaak voor met gemiddeld 83% in Nederland. De Randstedelijke provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht hebben relatief meer eigen meergezinswoningen.
Van de huurwoningen is iets minder dan 43% een eengezinswoning, met als uitschieter de provincie Zuid-Holland; minder dan drie op de tien huurwoningen is voor één gezin bestemd. Ook bij de huurwoningen is het aandeel eengezinswoningen in de provincies Drenthe, Friesland en Zeeland het grootst (rond twee derde deel).
Bronnen
Relevante informatie
- Voorraad woningen en niet-woningen, mutaties en gebruiksfuncties, 2023
- Woningvoorraad naar eigendom, 2012-2023
- Verkoopprijs woningen, 2023
- Meer gegevens over de woningvoorraad is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Woningvoorraad naar bouwjaar en woningtype, 2014
- Omschrijving
- Dit artikel bevat gegevens over bouwjaar en woningtype van de voorraad woningen in 2014. De gegevens zijn afkomstig uit de Landelijke Voorziening Basisregistratie Adressen en Gebouwen (LV BAG). Deze gegevens zijn beschikbaar vanaf januari 2012.
Tot een woning worden die verblijfsobjecten uit de BAG beschouwd die als hoofd- of nevenfunctie een woonfunctie hebben en die bovendien de status 3, 4 of 6 hebben.
De BAG onderscheidt de volgende gebruikscodes:
Woonfunctie; woning
Bijeenkomstfunctie; kerk, congrescentrum, bioscoop e.d.
Celfunctie; gevangenis
Gezondheidsfunctie; ziekenhuis e.d.
Industriefunctie; fabriek e.d.
Kantoorfunctie; kantoor
Logiesfunctie; recreatiewoning, hotel e.d.
Onderwijsfunctie; school
Sportfunctie; sporthal e.d.
Winkelfunctie; winkel
Overige gebruiksfunctie; parkeergarage, gemaal e.d.
In de BAG worden de volgende statuscodes gehanteerd:
1 Gevormd; bouwvergunning (omgevingsvergunning) verleend of bouw gestart.
2 Niet gerealiseerd; afgezien van bouw of ingetrokken bouwvergunning (omgevingsvergunning).
3 In gebruik (niet ingemeten); opgeleverd, nog niet kadastraal ingemeten.
4 In gebruik; opgeleverd, wel kadastraal ingemeten.
5 Ingetrokken; sloop of splitsen of samenvoegen (waarbij nieuwe verblijfsobjecten worden toegevoegd en oude ingetrokken).
6 Buiten gebruik; onbewoonbaar maar nog niet gesloopt.
Een verblijfsobject is de kleinste binnen één of meer panden gelegen eenheid van gebruik, ontsloten via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte.
De woningvoorraad is onderverdeeld naar eigendom, bouwjaar en woningtype en naar regio.
De eigendomssituatie van de woningvoorraad wordt bepaald op basis van een koppeling van de voorraad woningen uit de BAG en het WOZ-register met een aanvulling uit het woningbestand van het Kadaster.
Onder eengezinswoningen vallen vrijstaande woningen, aaneengebouwde woningen, zoals twee onder één kap gebouwde hele huizen, boerderijen met woningen en voorts alle rijtjeshuizen.
Onder meergezinswoningen vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur.
Corporatiewoningen zijn huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen' (woningcorporaties) of een gemeentelijk woningbedrijf die de woning verhuren aan de bewoner. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Marcel van Wijk
- Berekeningswijze
- Het onderscheid huur/eigen gebeurt op basis van een koppeling tussen de voorraad woningen uit de BAG en het WOZ-register, aangevuld met gegevens uit het woningbestand van het Kadaster.
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de woningvoorraadgegevens op de website van het CBS.
- Opmerking
- Doordat de woningvoorraad vanaf verslagperiode 2012 wordt ontleend aan de BAG en bij eerdere edities aan het CBS-Woningregister, kunnen de uitkomsten afwijken. Zie voor een notitie over de verschillen tussen beide registraties: Trendbreuk woningvoorraad
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale waarneming).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2016). Woningvoorraad naar bouwjaar en woningtype, 2014 (indicator 2166, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.