Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, 1985-2004
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Tot in de tweede helft van de jaren negentig neemt de hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval sterk toe. In de jaren erna is de groei veel minder.
Totaal | w.o. | ||||||||
GFT- | Glas | Papier, | Textiel | Ver- | Grof | Metalen | KCA | ||
afval | karton | bouwings- | tuinafval, | ||||||
afval | incl. | ||||||||
snoeihout | |||||||||
miljoen kg | |||||||||
1985 | 715 | 5 | 177 | 507 | . | 9 | . | 8 | 2 |
1987 | 785 | 5 | 182 | 564 | . | 2 | . | 16 | 5 |
1989 | 950 | 33 | 215 | 648 | . | 4 | . | 22 | 15 |
1991 | 1 540 | 234 | 258 | 738 | . | 69 | . | 25 | 20 |
1993 | 2 310 | 874 | 287 | 724 | 24 | 94 | 124 | 26 | 21 |
1994 | 2 725 | 1 231 | 298 | 716 | 29 | 115 | 153 | 32 | 21 |
1995 | 3 075 | 1 427 | 302 | 727 | 35 | 153 | 244 | 37 | 22 |
1996 | 3 355 | 1 459 | 306 | 840 | 41 | 200 | 288 | 42 | 21 |
1997 | 3 615 | 1 531 | 316 | 922 | 41 | 253 | 304 | 45 | 22 |
1998 | 3 645 | 1 488 | 317 | 1 012 | 43 | 292 | 292 | 56 | 21 |
1999 | 3 715 | 1 444 | 321 | 1 038 | 48 | 335 | 332 | 54 | 22 |
2000 | 3 795 | 1 457 | 326 | 1 022 | 50 | 362 | 359 | 55 | 21 |
2001 | 3 900 | 1 404 | 335 | 1 013 | 50 | 427 | 355 | 48 | 21 |
2002 | 4 105 | 1 406 | 342 | 1 006 | 49 | 526 | 397 | 56 | 21 |
2003 | 4 105 | 1 340 | 341 | 984 | 52 | 606 | 379 | 64 | 21 |
2004* | 4 325 | 1 423 | 342 | 1 008 | 54 | 661 | 411 | 67 | 21 |
Bron: CBS. | CBS/MNC/sep05/0143 |
Ruim 45% van het afval gescheiden ingezameld
De hoeveelheid huishoudelijk afval (gescheiden plus niet-gescheiden ingezameld) stijgt tussen 1995 en 2000 gemiddeld met 270 duizend ton per jaar. Na 2000 is de groei minder.
De hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval groeit tussen 1990 en 1997 sterk; dit geldt zowel voor de haal- als de brengmethode. Dit komt onder meer doordat begin jaren negentig veel gemeenten het gescheiden inzamelen van GFT-afval hebben ingevoerd. Na 1998 is de jaarlijkse groei kleiner. In 2003 is de hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval zelfs gelijk aan het jaar daarvoor. Dit komt vooral doordat er in 2003 minder GFT-afval gescheiden is ingezameld. In 2004 is er weer beduidend meer GFT-afval ingezameld. Ruim 45% van het huishoudelijk afval wordt in dat jaar gescheiden ingezameld. De hierboven beschreven trend is ook zichtbaar in de ontwikkeling van het milieubewuste gedrag van de consument.
Beleid
Door diverse initiatieven tracht de overheid de scheiding van afval bij huishoudens te bevorderen. Een voorbeeld hiervan is het Stimuleringsprogramma afvalscheiding en afvalpreventie van huishoudelijk afval (STAP) (AOO, 2001).
Ook de provincies stimuleren huishoudens om hun afval zoveel mogelijk gescheiden aan te leveren. Gemeenten zorgen voor de uitvoering van dit beleid.
Bronnen
- CBS (2004). Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek. CBS, Voorburg/Heerlen.
- AOO (2001). Stimuleringsprogramma afvalscheiding en afvalpreventie van huishoudelijk afval. Afval Overleg Orgaan, februari 2001, Utrecht.
- CBS (2005). StatLine: Gemeentelijke afvalstoffen, hoeveelheden. CBS, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over gescheiden huishoudelijke afvalstoffen is te vinden op StatLine (CBS) en bij het SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer.
- IPO (2003). Interprovinciale rapportage Milieu, Water, Landbouw en Natuur 2003. Interprovinciaal overleg, Lelystad. Dit rapport bevat een uitgebreide set van provinciale gegevens over milieu, water, natuur en landbouw voor het jaar 2002.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen zijn te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
De gegevens over huishoudelijk afval in het Milieucompendium wijken af van die het CBS publiceert op StatLine (CBS, 2005). Dit verschil komt door:- Het afval dat door derden is ingezameld.
Dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Milieucompendium inbegrepen maar niet in de cijfers zoals die op StatLine zijn gepubliceerd. - Het verbouwingsafval (onder andere puin, hout, metalen en vlakglas).
Al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval wordt meegeteld in de StatLine publicatie. Voor het bepalen van de cijfers in het Milieucompendium is maar een deel van dit verbouwingsafval toegedeeld aan het afval van huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval eigenlijk bedrijfsafval is, vooral afkomstig van aannemersbedrijven. In het verleden is tussen het RIVM en het CBS afgesproken dat 50% van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat gemiddeld ongeveer 15% van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van bedrijven. Dit is beduidend minder dan de 50% die tot nu toe werd gehanteerd. Gezien dit verschil is in overleg tussen het ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht dit percentage te laten zakken van 50% naar 15%. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50% gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 daalt dit percentage naar respectievelijk 40%, 30% en 20%. Voor 2004 en later wordt 15% van het verbouwingsafval niet aan het huishoudelijk afval toegerekend. In bovenstaande tabel zijn de cijfers voor de jaren 2001 tot en met 2003 herberekend en wijken daarom af van die in de vorige versie.
- Het afval dat door derden is ingezameld.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, 1985-2004 (indicator 0143, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.