Risico's Europa door mogelijke ongevallen met Europese kerncentrales, 1960-2000

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

De laatste risicoberekeningen voor ongevallen met Europese kerncentrales zijn in 2002 door het Laboratorium voor Stralingsonderzoek van het RIVM uitgevoerd met de rekenmodellen RISKA en NUCRED. Omdat geen financiering beschikbaar was om de modellering en het gegevensbestand met Europese kerncentrales en de daaraan gekoppelde ongevalrisico's te actualiseren, is besloten deze indicator naar het archief te verplaatsen (zie onder).

Naar verwachting geven de in het archief opgenomen kaarten nog een redelijke schatting van de risico's door mogelijke ongevallen met Europese kerncentrales rond de eeuwwisseling.

In West-Europa varieert de kans om te overlijden ten gevolge van een kernongeval tussen één op één miljoen en één op de honderd miljoen per jaar. In Oost-Europa is het risico groter. Lokaal kan de kans op een ongeval oplopen tot boven één op honderdduizend per jaar.

Risico's kerncentrales in Europa

Het risico van mogelijke ongevallen met kerncentrales is in Oost-Europa groter dan in West-Europa (Janssen, 2002 en Slaper, 1995). In Oost-Europa is de kans om te overlijden ten gevolge van een kernongeval op veel plaatsen groter dan één op één miljoen per jaar en in het centrale deel van Rusland lokaal zelfs groter dan één op honderdduizend per jaar. In West-Europa varieert de berekende kans grofweg van één op één miljoen per jaar (in het oosten) tot één op de honderd miljoen (in het zuidwesten). De hogere plaatsgebonden risico's in Oost-Europa worden veroorzaakt doordat een aantal centrales van een minder veilig type is, bijvoorbeeld door het ontbreken van een extra veiligheidsomhulling. Daarnaast is er twijfel over de veiligheidscultuur. De inschatting is dat Oost-Europese centrales tien tot honderd keer minder veilig zijn dan West-Europese. Bij de hier weergegeven risico's is geen rekening gehouden met mogelijke gevolgen van terroristische aanslagen.

Wat bepaalt de risico's van een kerncentrale?

Het plaatsgebonden risico van Europese kerncentrales wordt bepaald door de afstand van die plaats tot de verschillende centrales, het elektrische vermogen van de centrales en de kans dat er bij die centrales een ongeval plaatsvindt waarbij radioactieve stoffen vrijkomen. Anders dan bij de risico's van bedrijven op het gebied van externe veiligheid - zoals LPG-stations, luchthavens en de chemische industrie - gaat het bij kerncentrales niet zozeer om de gevolgen op korte termijn in de onmiddellijke nabijheid van een ongeval, maar vooral om sterfgevallen door blootstelling aan verhoogde stralingsniveaus op lange termijn in een groot gebied rond de ongevalslocatie.

Bronnen

  • Janssen (2002). M.P.M. Janssen, Modelberekeningen met LSO/RMO model RISKA voor milieucompendium 2002, 26 april 2002.
  • Slaper (1995). H. Slaper, Europese Risicokaart voor kerncentrales: het RISKA-programma.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Risico's Europa door mogelijke ongevallen met Europese kerncentrales, 1960-2000 (indicator 0307, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.