Stikstofbalans van bodem en grondwater, 1986-2002
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De aanvoer van stikstof op landbouwgrond is in de periode 1986-2002 met bijna eenderde afgenomen. Ongeveer 90% van de aanvoer van stikstof komt op landbouwgrond terecht, hoofdzakelijk van dierlijke mest en kunstmest.
Aanvoer | 1986 | 1990 | 2000 | 2001 | 2002* | |
miljoen kg N | ||||||
Totaal landbouwgronden | 1 090 | 985 | 822 | 781 | 763 | |
Dierlijke mest | 479 | 462 | 386 | 389 | 371 | |
Kunstmest | 492 | 403 | 330 | 291 | 291 | |
Andere organische meststoffen | 9 | 9 | 11 | 12 | 11 | |
Atmosferische depositie | 84 | 82 | 67 | 63 | 63 | |
Overig | 26 | 29 | 28 | 26 | 27 | |
Totaal overige gronden | 94 | 96 | 98 | 98 | 98 | |
Lokale stortingen | ||||||
w.v. | ||||||
zuiverinsslib | 5 | 7 | 3 | 3 | 3 | |
baggerspecie | 7 | 6 | 3 | 3 | 3 | |
overig afval | 9 | 11 | 22 | 22 | 22 | |
Diffuse aanvoer | ||||||
w.v. | ||||||
atmosferische depositie | 56 | 57 | 50 | 49 | 49 | |
overige | 17 | 15 | 20 | 23 | 23 | |
Bron: CBS. | CBS/MC/sep03/0195 | |||||
1) Vanaf jaar 2000 volgens nieuwe berekeningsmethode. Op termijn zullen de historische jaren volgens een vergelijkbare methode worden herberekend. Hierdoor zal de thans ontstane trendbreuk worden hersteld. |
Afvoer | 1986 | 1990 | 2000 | 2001 | 2002* |
miljoen kg N | |||||
Totaal landbouwgronden | 1 090 | 985 | 822 | 781 | 763 |
Afvoer gewassen (incl. gras) | 489 | 497 | 414 | 400 | 429 |
Uit- en afspoeling1) | 86 | 86 | 70 | 70 | 70 |
Accumulatie en denitrificatie | 515 | 402 | 338 | 311 | 264 |
Totaal overige gronden | 94 | 96 | 98 | 98 | 98 |
Uit- en afspoeling | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Accumulatie en denitrificatie | 90 | 92 | 94 | 94 | 94 |
Bron: CBS. | CBS/MC/sep03/0195 | ||||
1) Vanaf jaar 2000 volgens nieuwe berekeningsmethode. Op termijn zullen de historische jaren volgens een vergelijkbare methode worden herberekend. Hierdoor zal de thans ontstane trendbreuk worden hersteld. |
Ontwikkeling aanvoer van stikstof
De aanvoer van stikstof op landbouwgrond is tussen 1986 en 2002 met circa 30% gedaald. Van de totale aanvoer van stikstof naar de bodem komt circa 90% op landbouwgronden terecht, hoofdzakelijk in de vorm van dierlijke mest en kunstmest.
Ontwikkeling afvoer van stikstof
Van de aangevoerde hoeveelheid stikstof op landbouwgronden nemen de gewassen (inclusief gras) circa 50% op. De rest komt in het milieu terecht, door uit- en afspoeling naar het oppervlaktewater (circa 10% van het totaal), door denitrificatie naar de lucht en door accumulatie in bodem en grondwater.
Methodiek
Vanaf jaar 2000 volgens nieuwe berekeningsmethode. Op termijn zullen de historische jaren volgens een vergelijkbare methode worden herberekend. Hierdoor zal de thans ontstane trendbreuk worden hersteld. Meer over achtergronden van de berekening zijn te vinden op het Datawarehouse Emissieregistratie.
Bronnen
- CBS (2003). Statline. Stikstof en fosfor in Nederland. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- CCDM (2003). Emissiemonitor, Jaarcijfers 2001 en ramingen 2002. Datawarehouse-Emissieregistratie. Coördinatiecommissie Doelgroepmonitoring, Den Haag
Relevante informatie
- Meer informatie over mineralenoverschotten is te vinden in het artikel Mineralen in de landbouw, 1999 en 2000* (CBS, 2002).
- Recente emissiecijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Emissiecijfers zijn ook te vinden op Statline van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Stikstofbalans van bodem en grondwater, 1986-2002 (indicator 0195, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.