Rietvogels: verstruiking en verbossing moeras

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Rietvogels in moeras zijn achteruitgegaan, met name doordat rietkragen afnemen.

Ontwikkeling

Rietvogels komen gemiddeld genomen minder in moerassen voor dan rond 1950. De laatste tien jaar blijven ze gemiddeld min of meer stabiel, al gaat met name de grote karekiet nog steeds achteruit. Rietvogels zijn achteruitgegaan doordat riet verdwijnt. De rietkragen in het water worden smaller door de slechte waterkwaliteit en doordat de natuurlijke fluctuatie van de waterstand (met 's winters hoge en 's zomers lage peilen) niet meer optreedt. Verder wordt riet verdrongen door struiken en bomen. Deze verstruiking en verbossing in moeras wordt in de hand gewerkt door verdroging en door vermesting van het oppervlaktewater. Ook het jaarlijks maaien van rietvelden is nadelig voor rietvogels. Roerdomp, grote karekiet, rietzanger, snor en woudaap staan op de Rode Lijst van vogels. Voor moerasvogels is een soortbeschermingsplan opgesteld.

Bronnen

  • Boer, T. den (2000). Beschermingsplan moerasvogels 2000-2004. Rapport nr.47. Directie Natuurbeheer. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Wageningen.
  • Dijk, A.J. van, L. Dijksen, F. Hustings, D. Zoetebier en C. Plate (2001). Broedvogelmonitoring Project. Jaarverslag 1998-99. SOVON-rapport 2001/03. Beek-Ubbergen.
  • Dijk, A.J. van, M.J.T. van der Weide, R. Kleefstra, D. Zoetebier en C. Plate (2001). Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 1999. SOVON-monitoringrapport 2001/08. Beek-Ubbergen.
  • Graveland, J. (1999). Waterriet, moerasvogels en peildynamiek. De Levende Natuur, 100 (2): 50-53.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De Soortgroep Trend Index (STI) betreft de gemiddelde index van de volgende rietsoorten (met 1950 = 100 voor elke soort en tussen haakjes de trend sinds 1990): bruine kiekendief (min of meer stabiel), grote karekiet (afname), kleine karekiet (stabiel), rietzanger (toename), roerdomp (toename), snor (onduidelijk) en woudaap (min of meer stabiel). Behalve de STI zijn de indexcijfers van de grote karekiet gegeven. De cijfers betreffen de moerassen van laagveengebied, zeekleigebied en rivierengebied. De gegevens zijn ontleend aan het landelijke meetnet van broedvogels van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
11
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Rietvogels: verstruiking en verbossing moeras (indicator 1156, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.