Milieudruk: verdeling over sociaal-economische groepen

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd.

Er is geen data meer beschikbaar.

  Inkomensklassen 
 HoogBoven gemiddeldGemiddeldLaagMinimumGemengdBasisniveau
        
 %      
Meer dan 35 woningen per ha22,535,748,963,468,246,246,7
Nabijheid weg met barrièrewerking 9,81110,69,99,510,310,4
Meer dan 50m2 groen per inwoner binnen 500 m16,913,411,812,512,111,612,7
Nabijheid EVR vuurwerk0,50,81,11,20,911
Geluid < 50 dB(A)19,718,818,215,514,818,217,8
Geluid > 65 dB(A)3,83,74,14,45,34,64,2
Nabijheid weg met overschrijding NO215,715,41927,533,321,120,1
        
Bron: RIVM RIVM/MC/okt02

Ontwikkeling van verdeling van milieudruk

Er is in Nederland sprake van een ruimtelijke samenhang tussen milieukwaliteit en sociaal economische kenmerken (RIVM, 1997 en 2000). Buurten met een slechte omgevingskwaliteit (hoge milieudruk, hoge bebouwingsdichtheden, minder groen) kampen veelal tegelijkertijd met onderwijsachterstand, werkloosheid en sociale onveiligheid.

Beleid

Het streven van de overheid is gericht op een gezonde, veilige en hoogwaardige leefomgeving. Wat betreft gezondheid en veiligheid wordt gesproken van basis- of minimum kwaliteit. In het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) (VROM, 2001) is de 'basiskwaliteit' of 'minimum kwaliteit' van de leefomgeving de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid. De verantwoordelijkheid voor de invulling van een 'hoogwaardige leefomgeving' wordt op lager niveau (lokaal bestuur, regionaal beheer) neergelegd. Alhoewel beide begrippen conceptueel zeer aansprekend zijn behoeven ze nodig concretisering. Welke indicatoren hierbij betrokken moeten worden staat nog ter discussie.

Relevantie

Ondanks het feit dat er door het beleid geen concrete doelen zijn gesteld, is uit diverse onderzoeken naar voren gekomen, dat de in de figuur gehanteerde waarden in het algemeen als drempelwaarden voor geluid en luchtverontreiniging kunnen worden gehanteerd. Boven deze waarden geven mensen aan dat zij hinder ervaren of is uit onderzoek gebleken dat er effecten op de gezondheid kunnen optreden.

Methodiek

Voor 120 gemeenten is een analyse uitgevoerd per 6 positie postcode, waarbij het welstandniveau (inkomen) is afgezet tegen fysieke en ruimtelijke leefomgevingsfactoren. In de figuur is per indicator de index per inkomensklasse weergegeven. De index voor de totale bevolking is hierbij 1. Een waarde kleiner dan 1 is positief ten opzichte van het gemiddelde van de gehele bevolking.

Bronnen

  • RIVM (1997). Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1997: de som der delen. Elsevier/De Tijdstroom, Utrecht.
  • RIVM (2000). Nationale Milieuverkenning 5. Samsom bv, Alphen aan den Rijn.
  • VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van VROM, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Milieudruk: verdeling over sociaal-economische groepen (indicator 0318, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.