Lozing van zuurstofbindende stoffen en belasting van het oppervlaktewater, 1975-1998
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
1975 | 1980 | 1985 | 1990 | 1995 | 1997 | 1998 | ||
miljoen inwoner-equivalenten 1) | ||||||||
Consumenten | 13,7 | 14,1 | 14,5 | 14,9 | 15,5 | 15,6 | 15,7 | |
Land- en tuinbouw | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
Industrie | 15,3 | 9,7 | 5,9 | 5,6 | 3,3 | 3,8 | 3,8 | |
Energievoorziening 2) | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Bouw | 0,4 | 0,4 | 0,3 | 0,3 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
Afvalverwijdering | . | . | . | . | 0,2 | 0,1 | 0,2 | |
HDO en overige doelgroepen | 3,5 | 3,7 | 3,5 | 3,7 | 3,7 | 3,5 | 3,4 | |
Totale bruto lozing | 33,2 | 28,0 | 24,3 | 24,5 | 22,9 | 23,2 | 23,2 | |
w.v. | Rioolwaterzuiveringsinrichtingen | 12,4 | 16,5 | 18,4 | 20,8 | 21,8 | 22,1 | 22,3 |
Zoet rijkswater, direct | 4,4 | 2,2 | 1,1 | 1,0 | 0,5 | 0,4 | 0,4 | |
Zout rijkswater, direct | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
Rijkswater, via lozingswerk in beheer bij regionale waterkwaliteitsbeheerders | 3,7 | 3,6 | 1,7 | 0,5 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | |
Overig oppervlaktewater | 12,0 | 5,5 | 2,9 | 2,1 | 0,4 | 0,5 | 0,4 | |
Lozing van effluent | 3,9 | 4,3 | 4,0 | 5,0 | 3,6 | 3,3 | 3,5 | |
Belasting van het oppervlaktewater 3) | 24,8 | 15,8 | 9,9 | 8,7 | 4,7 | 4,3 | 4,5 | |
Bron: CBS. | CBS/MC/okt01 | |||||||
1) Een inwoner-equivalent (i.e.) is de hoeveelheid stoffen waarvan het zuurstofverbruik bij aërobe afbraak overeenkomt met die van het afvalwater van 1 inwoner per etmaal. Berekend op basis van CZV + N-Kjeldahl; tot 1986 op basis van 180 g zuurstofverbruik, daarna op basis van 136 g zuurstofverbruik. 2) Inclusief waterleidingbedrijven. 3) Totale bruto lozing minus de lozing naar rioolwaterzuiveringsinrichtingen plus de lozing van het effluent. |
Ontwikkelingen
Het afvalwater wordt voor het grootste deel gezuiverd in openbare rioolwaterzuiveringsinstallaties. Slecht een klein deel wordt nog Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2022. De daling van de totale vervuilingswaarde van bedrijven, met name in de industrie, is gerealiseerd door Capaciteit van afvalwaterzuiveringsinstallaties, 1980-2016 en door maatregelen in de productieprocessen.
Toelichting
Zuurstofbindende stoffen zijn alle in afvalwater voorkomende organische en anorganische verontreinigingen die bij afbraak zuurstof aan het water onttrekken. Bij overmatige lozing van deze stoffen kan de zuurstofhuishouding van het ontvangende oppervlaktewater ernstig worden verstoord waardoor bijvoorbeeld vissterfte kan optreden. De hoeveelheid zuurstofbindende stoffen wordt meestal uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent komt overeen met het zuurstofverbruik van de verontreinigende stoffen in het afvalwater dat gemiddeld per etmaal per persoon wordt geloosd. De tabel geeft een totaaloverzicht van de lozingen van alle bedrijven en huishoudens op het riool en op het oppervlaktewater. De gegevens zijn gebaseerd op de vervuilingseenheden (uitgedrukt in inwonerequivalenten) die door de waterbeheerders zijn vastgesteld voor het opleggen van de Tarieven van enkele milieuheffingen, belastingen op een milieugrondslag en recycling- en beheersbijdragen, 2016-2020.
Bronnen
- CBS (2000). Waterkwaliteitsbeheer.Zuivering van afvalwater, 1998. CBS, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over de lozing van zuurstofbindende stoffen en de belasting van het oppervlaktewater is te vinden op Statline (CBS)
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Lozing van zuurstofbindende stoffen en belasting van het oppervlaktewater, 1975-1998 (indicator 0150, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.