Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur, 2008-2020
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze informatie is deels samengevoegd met CLO-indicator Budget vervanging en renovatie hoofdinfrastructuur en watersysteem.
De uitgaven voor wegaanleg groeiden tussen 2008 en 2010 om daarna tot 2017 sterk af te nemen. De uitgaven voor beheer en onderhoud van wegen laten vanaf 2011 een stijgende lijn zien. De uitgaven voor aanleg van spoor fluctueren tussen 2008 en 2013 en namen daarna af. Tussen 2008 en 2011 was er meer geld voor beheer en onderhoud beschikbaar, tot 2016 namen die uitgaven af. Daarna stegen de uitgaven voor beheer en onderhoud weer. Bij hoofdvaarwegen is een grilliger beeld van de uitgaven voor aanleg en beheer en onderhoud zichtbaar. Vanaf 2018 nemen de uitgaven van het Rijk toe.
Rijksuitgaven voor aanleg van hoofdinfrastructuur
De rijksuitgaven voor aanleg van nieuwe infrastructuur zijn in de figuren apart weergegeven voor hoofdwegen, spoor en hoofdvaarwegen. Tot 2017 daalden de rijksuitgaven voor de aanleg van nieuwe hoofdwegen. Ze lagen in 2017 71% lager dan in 2008. Tussen 2017 en 2020 stegen de uitgaven met 51%. De uitgaven aan de aanleg van spoorinfrastructuur dalen sinds 2013. Werd in 2013 nog €800 miljoen aan de aanleg van het hoofspoornet uitgegeven, in 2020 is dat gedaald naar ongeveer €400 miljoen. Tussen 2008 en 2013 stegen de uitgaven aan de aanleg van het hoofdvaarwegennet van €100 miljoen naar €300 miljoen. Daarna zette zich een dalende lijn in tot 2016. In 2020 is zijn de uitgaven op het niveau van 2017.
Rijksuitgaven voor beheer en onderhoud van hoofdinfrastructuur
De uitgaven van de Rijksoverheid voor beheer en onderhoud van de infrastructuur van wegen, spoor en vaarwegen en waterkeringen fluctueren nogal over de jaren. Bij hoofdwegen daalden de uitgaven aan beheer en onderhoud tot 2011, waarna vervolgens een stijging van de uitgaven optrad van ongeveer €400 miljoen in 2011 naar bijna een € miljard in 2020. Bij het spoor zette, na een scherpe toename van de uitgaven tussen 2008 en 2011 een daling van de uitgaven aan beheer en onderhoud in tot 2016. Sinds 2016 is er weer sprake van een opwaartse trend van de uitgaven.Bij hoofdvaarwegen zijn periodes van toenemende en afnemende uitgaven aan beheer en onderhoud zichtbaar.
Bronnen
- Rijksbegrotingen (2008-2020), Infrastructuurfonds (2008-2020)
- KiM (2022). Nederlandse overheidsuitgaven en -inkomsten verkeer en vervoer. Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Uitgaven aan aanleg en beheer & onderhoud van de Rijksinfrastructuur
- Omschrijving
De ontwikkeling van de uitgaven aan aanleg en beheer & onderhoud van de Rijksinfrastructuur
- Verantwoordelijk instituut
Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma
- Berekeningswijze
-
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
2-jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
Rijksbegrotingen (2008-2020), Infrastructuurfonds
- Betrouwbaarheidscodering
-
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2022). Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur, 2008-2020 (indicator 2149, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.