Geurbelasting industrie, landbouw en wegverkeer in Nederland, 2009
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd.
Informatie over geurhinder per bron is te vinden in
De grootste geurbelasting treedt op in Zuid-Holland door industrie en in Noord-Brabant door landbouw.
Geurhinder heeft grote ruimtelijke impact
Ernstige geurhinder door industrie komt in Nederland vooral voor in het Rijnmondgebied, de regio Amsterdam/Zaanstad/IJmuiden, in de regio Dordrecht en bij Delfzijl (Lagas en Van Rijn, 2008). De belangrijkste industrieën die geurhinder veroorzaken zijn de olie- en chemische industrie en afvalverwerkende bedrijven. Hinder kan nog optreden op een afstand van tientallen kilometers van bedrijven. Ernstige geurhinder blijkt daarbij rond een flink aantal bedrijven (>100) nog op te treden tussen 300 meter en 3 kilometer. Op 8% van het grondgebied van de provincie Zuid-Holland is sprake van hoge geurbelasting door industrie; landelijk is dat ruim 3%.
Langs wegen komt geurhinder maar beperkt voor. Geurhinder kan voorkomen binnen een strook van circa 70 meter langs rijkswegen en binnen een strook van minder dan 30 meter langs gemeentelijke of provinciale wegen. Geurhinder door agrarische activiteiten komt vooral voor in Noord-Brabant en de Gelderse Vallei.
Geurhinder vermindert
Het aandeel van de Nederlandse bevolking dat overlast heeft van geurbronnen zoals industrie, verkeer en landbouw is sinds 1990 ongeveer gehalveerd. Afhankelijk van het brontype ondervindt echter nog 5% tot 13% van de volwassen bevolking geurhinder van verschillende bronnen. Geurhinder door openhaarden en allesbranders is sinds 1994 niet afgenomen. De meeste milieuklachten die provincies ontvangen, hebben betrekking op geurhinder. In 2003 was dit percentage 69% van de meer dan 15.000 klachten (Rings et al., 2004).
Geurhinder per bron, 2021
Beleid met betrekking tot geurhinder
Het rijk heeft in Nationaal Milieubeleidsplan 2 (VROM, 1993) gesteld dat er in 2010 geen ernstige hinder meer mag voorkomen. De gemeenten en provincies zijn daarna belast met de uitvoering van het geurbeleid. In het kader van vergunningverlening bepalen gemeenten en provincies de geurcontour waar buiten een 'acceptabel geurniveau' geldt. Omdat het daarbij gaat om een afwegingsproces leidt dat tot verschillen in meetmethoden en terminologie en tot ongelijke behandeling van bedrijven. De doelstelling voor 2010 zal niet worden gehaald (PBL, 2009).
Bronnen
- Lagas, P. and F. Van Rijn (2008). Ernstige geurhinder in Nederland; ruimtelijke impact en beleid. Ruimteconferentie Rotterdam, The Netherlands
- PBL (2009) Milieubalans 2009. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven.
- Rings, A. F., M. B. Scholtens, et al. (2004). IPO-rapportage vergunningverlening en handhaving. Arnhem, IPO.
- VROM (1993). "Nationaal Milieubeleidsplan 2. Milieu als maatstaf." Tweede Kamer vergaderjaar 1993-1994 23 560: nrs. 1-2.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Geurbelasting industrie, landbouw en wegverkeer in Nederland
- Omschrijving
- Geurbelasting verkeer, industie en veehouderij
- Verantwoordelijk instituut
- Planbureau voor de Leefomgeving
- Berekeningswijze
- De kaart toont gebied met hoge, midden en lage geurbelasting. Bij een hoge geurbelasting wordt ervan uitggegaan dat meer dan 10% van de mensen ernstige geurhinder (EH) ondervindt en 25% geurhinder (H). In het gebied met middelmatige geurbelasting is dat respectievelijk 3-10 % EH en 10-25 % H. In het gebied met lage geurbelasting zijn de percentages 0-3% EH en 0-10% H. De mate van belasting is afgelied uit klachtenregistraties, onderzoeksrapporten en tot slot als er geen andere gegevens beschikbaar waren uit afstanden zoals genoemd in "Bedrijven en Milieuzonering" van de VNG.
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- Definitie ernstige geurhinder:De overheid hanteert het begrip ernstige geurhinder. Ernstige geurhinder (definitie TNO) is gebaseerd op de vraag uit de periodieke hinderenquête van TNO: In welke mate ervaren mensen een bepaalde bron in de woonomgeving als hinderlijk? Beantwoording vindt plaats op basis van een 11-puntsschaal. 1 betekent helemaal niet hinderlijk; 10 is heel erg hinderlijk. Een gedeelte van de mensen die 7 invullen de mensen die 8, 9 of 10 antwoorden worden getypeerd als zijnde 'ernstig gehinderd'.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Geurbelasting industrie, landbouw en wegverkeer in Nederland, 2009 (indicator 0557, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.