00:00:07 Mieke Berkers: Welkom allemaal. Dit is de eenentwintigste aflevering van de PBL-podcast Studio Leefomgeving. Mijn naam is Mieke Berkers en naast mij zit... 00:00:16 Gerald Schut: Gerald Schut. 00:00:17 Mieke Berkers: We gaan vandaag praten over het Compendium voor de Leefomgeving, afgekort CLO. Voor wie hiermee nog onbekend is: het is een website met allerlei data over de leefomgeving. Denk aan water, luchtkwaliteit, vlinders, vogelsoorten, energie, et cetera. Deze website ofwel database bestaat op 1 oktober 25 jaar, dus het wordt tijd voor een goed gesprek. Aan tafel zitten hier Melchert Reudink en Raymond De Niet, beiden zeer betrokken bij deze geweldige bron van informatie. Welkom. Melchert, de website bestaat nu 25 jaar. Hoe gaan we dit vieren? 00:00:53 Melchert Reudink: Natuurlijk gaan we dit vieren, Mieke, want 25 jaar is iets om bij stil te staan. We hebben op 1 oktober een heel mooi jubileumsymposium in Wageningen. Met onze gebruikers - de hele doorsnede van de doelgroep van het CLO, van beleidsmakers en wetenschappers tot geïnteresseerde burgers, mensen uit het onderwijs en journalisten - gaan we daar een mooie middag van maken, waarbij we allerlei onderwerpen van het CLO voorbij laten komen met een aantal leuke workshops. 00:01:21 Mieke Berkers: Een mooi feest. Wij maken die website niet alleen, hè? 00:01:24 Melchert Reudink: Nee, zeker niet. We maken de website met vier partijen. De indicatoren die op het Compendium staan, worden niet alleen gemaakt door het PBL, maar ook door het CBS, het RIVM en de Wageningen Universiteit. De data worden door nog veel meer partijen aangeleverd, waarbij he kunt denken aan partijen als de RVO - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland - Deltares en het KNMI. Noem maar op, echt heel veel. 00:01:48 Gerald Schut: Jullie zaten 25 jaar geleden te brainstormen over een goede naam, en toen dachten jullie: 'Compendium' is een passend woord. 00:01:55 Melchert Reudink: 25 jaar geleden was ik er nog niet bij. Ik heb er geen [onhoorbaar 00:02:00]. 00:02:00 Gerald Schut: Oké, het is niet jullie schuld. Hoe is deze naam tot stand gekomen? 00:02:04 Melchert Reudink: Misschien weet Raymond daar het antwoord op. 00:02:07 Raymond De Niet: Compendium is een verzamelnaam. Je kan het raadplegen als een grote verzamelbak met informatie. 00:02:12 Gerald Schut: Compendium, ja. 00:02:14 Raymond De Niet: Ik vind het zelf nog steeds best een moeilijke naam, maar we hopen dat die inmiddels aardig is geland na 25 jaar. Als ik zo kijk, is dat goed gelukt. 00:02:22 Gerald Schut: Wat is de meest geraadpleegde informatie in die enorme bak? 00:02:27 Raymond De Niet: Dat is wisselend, maar als we bijvoorbeeld terugkijken naar de statistieken van het afgelopen jaar, zie je dat mensen veel geïnteresseerd zijn in de neerslag. Hoe vaak regent het in Nederland? Dat soort vragen zie je echt terugkomen. 00:02:42 Gerald Schut: En wat nog meer? Noem eens een top 5. 00:02:45 Raymond De Niet: Ammoniakemissies uit de veehouderij. 00:02:47 Gerald Schut: Stikstof natuurlijk. 00:02:48 Raymond De Niet: Stikstof, ja, altijd een mooi onderwerp. Je ziet vragen terugkomen over de Kaderrichtlijn Water. Hoe is de waterkwaliteit in Nederland? En Rode Lijst Indicatoren, bijvoorbeeld hoe het met vogels gaat in Nederland. 00:03:00 Gerald Schut: Zitten er ook dingen bij waarvan je denkt: waarom zoeken mensen hiernaar? 00:03:05 Raymond De Niet: Niet direct. 00:03:07 Mieke Berkers: De populariteit van de website is behoorlijk. We hebben 600.000 pageviews per jaar. We worden jaarlijks in ongeveer 300 Kamerstukken genoemd en per week komt er een tweetal vragen binnen naar aanleiding van de data van het Compendium. Wat voor vragen zijn dat? 00:03:29 Melchert Reudink: Dat zijn heel diverse vragen, je kan het zo gek niet bedenken. Soms gaat het over heel wetenschappelijke details en soms hebben mensen heel algemene vragen. Die denken dat wij ook praktisch heel veel van die leefomgeving weten, voor problemen waar ze zelf tegenaan lopen. 00:03:46 Gerald Schut: Bijvoorbeeld? 00:03:48 Melchert Reudink: Als er ineens veel meer vliegtuigen over komen dan mensen normaal gewend zijn, vragen ze aan ons of er toevallig een aanvliegroute is veranderd. Of mensen hebben als hobby een kasje in de tuin staan. Dan vragen ze ons hoe je daar een irrigatiesysteem in aanlegt. Dat weten wij natuurlijk niet, maar we vinden het wel belangrijk om iedereen zoveel mogelijk op weg te helpen. Dan gaan we zelf zoeken of we ergens bijvoorbeeld een website kunnen vinden waar mensen in ieder geval een handreiking krijgen van hoe je zoiets aanlegt. 00:04:15 Gerald Schut: Zie je een rode lijn in wat de burger bezighoudt? 00:04:19 Melchert Reudink: Zoals ik al zei: het is echt heel divers. 00:04:21 Raymond De Niet: Er komen bijvoorbeeld vragen binnen van de Rabobank. Die vroeg laatst wanneer de indicator over ecosysteemdiensten zou worden geüpdatet, want ze hadden daar informatie over nodig voor een verslag. Zij houden in de gaten wanneer die informatie beschikbaar komt. We waren dit jaar wat later dan gepland, dus hadden ze gelijk gesteld: wat is er aan de hand? We zitten te wachten op die informatie. Ook was er laatst iemand die zag dat een indicator best lang geleden was geüpdatet. Die vroeg: wanneer kunnen jullie weer een update brengen? Dat soort vragen krijgen we ook binnen. 00:04:57 Gerald Schut: En 300 keer in Kamervragen, begreep ik. Kan je daar voorbeelden van geven? Hoe wordt dat typisch gebruikt? 00:05:02 Raymond De Niet: Nee. 00:05:03 Melchert Reudink: Nee, ik heb wel eens teruggekeken naar dat soort verslagen. Dan wordt er gerefereerd aan het Compendium voor de Leefomgeving. Dan staat een bepaald onderwerp centraal in een debat en worden argumenten aangeleverd. 00:05:18 Raymond De Niet: Of onderbouwing. 00:05:19 Melchert Reudink: Ja, onderbouwing. Zo wordt het genoemd. 00:05:22 Gerald Schut: Het is heel veel informatie. Die komt vooral van het CBS. Het zijn bewerkingen van CBS-cijfers. Klopt dat? 00:05:31 Melchert Reudink: Nee, dat is niet zo. 00:05:32 Gerald Schut: Hoe werkt het dan? 00:05:33 Melchert Reudink: Eigenlijk is het zo, dat er enorm veel informatie en het Compendium staat. De vier partijen die het maken, hebben zelf behoorlijk wat data. Het CBS is daar natuurlijk een voorbeeld van. Maar er zijn ook veel onderwerpen waar we indicatoren op maken waar wij de data niet van hebben. Die halen we bij andere partijen vandaan. Wat wij - de vier partijen die het Compendium maken - vooral doen, is redigeren en een stukje context bieden. Dat is natuurlijk heel iets anders dan de kale data die het CBS op Statline heeft staan. Bij ons zit er duiding bij. Wij geven aan wat een getal precies betekent. Gaat het goed of gaat het minder goed met de leefomgeving? Hoe verhoudt het zich tot een bepaald beleidsdoel? Zonder daar meteen een beleidsevaluatie van te maken, want dat doet het CLO niet. We geven de context en de duiding bij de cijfers. 00:06:28 Gerald Schut: Jullie tellen niet alleen. Jullie vertellen. 00:06:30 Melchert Reudink: Er zit echt een stukje vertellen bij. 00:06:31 Mieke Berkers: Jullie leveren kennis voor beleid aan, neem ik aan. We kunnen het soms over getallen hebben. We kunnen in onze tuin kijken: ik zie maar één of twee vlinders dit jaar. Het gaat dus niet goed met de vlinders. Dan zou ik naar het Compendium moeten gaan, want daar staat de feitelijke informatie. Daarmee kun je echt duiding geven aan een daling of een stijging van bepaalde soorten. 00:06:58 Raymond De Niet: Dat klopt. Het Compendium geeft meer duiding achter de trend. Die schetst niet alleen maar wat er met één vlinder gebeurt, maar ook wat er gebeurt met de hele groep aan soorten. Dat is de waardevolle informatie die je wil bieden. Toegankelijke informatie, zoals wanneer je bijvoorbeeld ziet dat het met één vlinder minder gaat. Dat zegt iets over het grotere geheel. Dat is wat we proberen te brengen aan de mensen. 00:07:21 Gerald Schut: Hebben jullie zelf favoriete indicatoren? 00:07:25 Raymond De Niet: Mijn favoriet is de kans op een Elfstedentocht. Dat is een onderwerp dat altijd één keer per jaar speelt, meestal op een bepaalde tijd, wanneer het weer begint te vriezen. Dat is een mooie gelegenheid om de mensen te laten zien wat er speelt. De trend 'Kans op een Elfstedentocht' is echt een indicator die laat zien wat er speelt met klimaatverandering. Omdat mensen geïnteresseerd zijn in een onderwerp als de Elfstedentocht, hopen we ze ook meer te bieden over wat dat betekent richting klimaatverandering. 00:07:59 Gerald Schut: Het is een heel tastbare illustratie van een groter fenomeen. Het is ook de enige die ooit de New York Times gehaald heeft. 00:08:05 Raymond De Niet: Ja, zoiets heb ik ook gehoord. 00:08:09 Gerald Schut: Netjes. Heb jij een favoriete, Melchert? 00:08:12 Melchert Reudink: Een beetje in dezelfde lijn als Raymond: tastbare voorbeelden die illustratief zijn voor een groter abstract vraagstuk dat eronder ligt, zoals de vinddatum van het eerste kievitsei. Dat wordt steeds vroeger gevonden. Blijkbaar is het steeds vroeger in het jaar al warm genoeg voor de vogels. Ik vind ook de misschien wat saaiere indicatoren die wij hebben heel relevant. Zelf vind ik met name het energieverbruik een indicator waarvan je zegt: het is niet heel bijzonder, maar tegelijkertijd is het bepalend voor zoveel andere aspecten binnen de leefomgeving en druk daarop. Ook dat soort cijfers zijn bij ons te vinden. 00:08:53 Gerald Schut: We liepen net langs de kans op een Elfstedentocht. Het kievitsei wordt vroeger gevonden. De kans op een Elfstedentocht neemt af, neem ik aan. 00:09:02 Melchert Reudink: Ja, die wordt steeds minder. 00:09:03 Gerald Schut: Ik heb ook een favoriete. Dat is een stroomdiagram van de stikstof in de landbouw. Die vond ik superinzichtelijk. Er gaat 600 kiloton in, 400 krachtvoer en 200 kunstmest. Slechts de helft van wat er aan stikstof in gaat, komt in het product terecht. Van de andere helft gaat 200 naar de bodem en 100 naar de lucht. Die 100 naar de lucht is het stikstofprobleem. Dat vond ik fantastisch. 00:09:37 Melchert Reudink: Ze hebben we er meerdere. Ook met grondstoffen en met energie hebben we van dat soort Sanky-diagrammen. De meeste figuren zijn tamelijk rechttoe rechtaan, grafiekjes. We hebben een aantal indicatoren die op deze manier heel mooi laten zien wat erin gaat, wat eruit gaat en waar het blijft. 00:09:56 Gerald Schut: Dan heb je in één keer inzicht in het systeem. 00:09:59 Melchert Reudink: Precies. 00:10:00 Raymond De Niet: Dat is eigenlijk wat het Compendium in het algemeen doet. Naast de data die we hebben, proberen we ook altijd een figuur te zetten. Dat kan in de vorm zijn van een grafiek, een kaart of een schema, maar we geven altijd een extra middel om de data uit te leggen aan de burgers of aan de beleidsmakers. 00:10:17 Gerald Schut: Goed. 00:10:19 Mieke Berkers: We hebben het over de leefomgeving. Gaan er ook indicatoren verdwijnen? Komen er indicatoren bij? Hoe werkt dat? 00:10:27 Melchert Reudink: Ja, er komen indicatoren bij en er verdwijnen ook indicatoren. In die zin is het een levend product. We hebben in het verleden meer indicatoren gehad dan nu. Een aantal indicatoren waarvan het onderwerp niet meer zo relevant is, zijn afgesloten. 00:10:42 Gerald Schut: Bijvoorbeeld? 00:10:43 Melchert Reudink: We hebben een aantal problemen gehad in het verleden - zure regen, ozon - waar we veel indicatoren op hadden. Dat zijn problemen die nog steeds een beetje spelen, maar niet meer zo dominant zijn. Enkele van dat soort indicatoren zijn afgesloten. Dat wil niet zeggen dat ze daarmee uit het CLO verdwenen zijn, want ze worden wel gearchiveerd. We hebben allerlei versies van indicatoren. Op een gegeven moment heb je een nieuwe versie, maar de oude versies zijn altijd terug te vinden. 00:11:07 Gerald Schut: Dan houdt het grafiekje in 2008 op. 00:11:11 Melchert Reudink: Ja, maar ook als we een indicator echt afsluiten, blijft die als archiefindicator in het CLO zitten en is die altijd nog te raadplegen voor mensen. 00:11:20 Gerald Schut: Dan is het er één van de 450. 00:11:22 Melchert Reudink: Nee, als we de archiefindicatoren erbij nemen, hebben we er veel meer. Ik kijk even naar Raymond. Misschien weet hij het. 00:11:29 Raymond De Niet: Dan zitten we op 1200. 00:11:29 Melchert Reudink: Kijk. Dat geeft aan hoe dynamisch dat over 25 jaar is, wat er allemaal bijkomt en afgaat. 00:11:36 Gerald Schut: Zie je daar een patroon in? Je benoemde dat zure regen minder speelt. Welke andere groepen indicatoren spelen minder? 00:11:48 Melchert Reudink: Dat niet zozeer. Je ziet wel een stukje efficiëntie. We moeten het natuurlijk ook allemaal maken. Daar gaat best veel tijd en capaciteit in zitten. Daarom voegen we soms indicatoren samen als onderwerpen in één nieuwe indicator. 00:12:01 Gerald Schut: Bijvoorbeeld? 00:12:03 Melchert Reudink: Rond energie bijvoorbeeld. Als je het over hernieuwbare energie hebt, kun je een aparte indicator maken voor de windmolens, de zonnepanelen, de aardwarmte en noem maar op, maar je kan het ook in één indicator 'hernieuwbare energie' stoppen. Dan kun je ook beter het verhaal vertellen over hoe die verschillende soorten hernieuwbare energie zich tot elkaar verhouden en wat zij verhoudingsgewijs bijdragen aan het totaal aan hernieuwbare energie. 00:12:28 Gerald Schut: Precies. Dan zet je meer lijntjes in één diagram. 00:12:30 Melchert Reudink: Juist. 00:12:32 Mieke Berkers: Worden er ook wel eens - zeker door de media - indicatoren misbruikt of verkeerd geïnterpreteerd? Hebben jullie dat wel eens meegemaakt? 00:12:41 Gerald Schut: Goede vraag. 00:12:43 Melchert Reudink: Ja. Misbruikt is lastig. We geven enerzijds best veel context bij die indicatoren, maar van de andere kant kunnen gebruikers die cijfers altijd gebruiken zoals zij zelf willen en in hun eigen context zetten. Dat hebben we wel eens meegemaakt. We hebben bijvoorbeeld wel een kritiek gehad op de indicator over het aantal leden van natuurverenigingen. Toen bleek de laatste telling net gedaan te zijn nadat er een campagne was geweest van Natuurmonumenten, waarbij mensen een half jaar lang gratis lidmaatschap mochten hebben. Een hele hoop mensen hadden zich daarvoor ingeschreven en daardoor was het ledental tijdelijk een stuk hoger. Dat was net het meetmoment en dus in die indicator meegenomen. Daar krijg je dan achteraf wel kritiek op. 00:13:28 Gerald Schut: Dat was een slim moment om die actie te doen. [crosstalk 00:13:32] 00:13:32 Melchert Reudink: Het wordt dan geframed alsof dat bewust een slim moment is, terwijl het toevallig is dat op een bepaald meetmoment de data worden afgenomen. Dat soort dingen maak je wel mee. 00:13:43 Gerald Schut: Welke andere indicatoren halen de kranten zoal? 00:13:48 Melchert Reudink: Je ziet dat de indicator niet zozeer de aanleiding, maar vooral de onderbouwing is van artikelen. Het zijn vooral de klimaatindicatoren die je veel terugziet nu, zoals het neerslagpatroon, zeespiegelstijging, temperatuurstijging en dat soort dingen. Aan de andere kant worden ook rond het stikstofverhaal best wat indicatoren gebruikt ter onderbouwing van allerlei artikelen. En de stand van de natuur, verschillende soorten indicatoren. 00:14:20 Mieke Berkers: De vogels. 00:14:21 Melchert Reudink: Ja. 00:14:21 Mieke Berkers: Alle vogelaars in Nederland houden natuurlijk scherp in de gaten hoe het bijvoorbeeld met de wulp gaat. 00:14:28 Raymond De Niet: Om het wat concreter te maken: we hadden een vraag van een krant, die vroeg naar de indicator over bouwen in het buitendijks gebied. Dat is één keer in de zoveel tijd heel interessant. Als er weer een overstroming is geweest, is het altijd interessant om te kijken van hoeveel er gebouwd is in dat buitendijkse gebied. Dat is een van onze indicatoren. Er was een krant die dat opgepikt had. Die heeft daar een eigen artikel van gemaakt. Op die manier leeft het. Je ziet ook dat het een vervolgreactie geeft. Zij hadden een bepaalde gemeente wat beter uitgelicht dan wij zelf doen. Die gemeente had gelijk gereageerd. Hoe zit dat? Ik zie dat er 500 woningen in het buitengebied staan binnen mijn gemeente. Kunnen jullie dat toelichten? 00:15:09 Gerald Schut: Want ze wisten zelf niet dat dat zo was. 00:15:11 Raymond De Niet: Daar waren ze zelf inderdaad enigszins door verrast, ja. Zijn dat er echt zoveel? 00:15:16 Gerald Schut: Handig om te weten. 00:15:17 Raymond De Niet: Dat is zeker handig om te weten. Dan kun je alvast maatregelen nemen, zou ik zeggen. 00:15:23 Gerald Schut: Of weg. 00:15:23 Raymond De Niet: Ik ben heel blij met dat soort vragen, eerlijk gezegd, want dat houdt ons scherp, maar zorgt er ook voor dat wij weten dat we relevant bezig zijn. Aan de andere kant moeten wij ook zorgen voor een goede borging van onze data. We kunnen niet zomaar iets verzinnen. Er wordt echt naar gekeken en je moet dus zorgen dat je je data op orde hebt. De berekeningen zijn traceerbaar en als wij dit soort vragen krijgen, kunnen we het ook keurig uitleggen. 00:15:51 Gerald Schut: Hebben er weleens indicatoren onder vuur gelegen? 00:15:55 Raymond De Niet: Leuke vraag. 00:15:56 Melchert Reudink: Echt onder vuur gelegen? Het zal in het verleden misschien best gebeurd zijn. 00:16:01 Gerald Schut: Oké, nee. 00:16:01 Melchert Reudink: Er is op Twitter wel eens discussie over bepaalde indicatoren, als je dat onder vuur liggen noemt. Dat gebeurt wel. Een tijdje terug was er bijvoorbeeld discussie over een neerslagindicator. Wij hadden een trend berekend waarbij de neerslag toe zou nemen in het voorjaar, geloof ik. Het KNMI had een vergelijkbare indicator waarbij de trend in het voorjaar zou gaan afnemen. Daar was discussie over, ook onder weerkundigen. Hoe kan dat? Dat heeft te maken met de aannames die je doet bij het berekenen van zo'n trend en welke methode je gebruikt. 00:16:38 Gerald Schut: Dat zijn meer academische discussies. 00:16:41 Melchert Reudink: Ja, dat zijn academische discussies, maar het voorbeeld dat ik aanhaalde over het ledenaantal van de natuurverenigingen wordt breder getrokken. Dat was niet echt een academische discussie. 00:16:56 Gerald Schut: Zijn er ook indicatoren die jouzelf echt verontrusten? 00:17:02 Melchert Reudink: Voor mij persoonlijk... Het gaat natuurlijk met heel veel aspecten van de leefomgeving niet de goede kant op. 00:17:10 Gerald Schut: Jij bent ook de hoofdauteur van de Balans van de Leefomgeving. 00:17:13 Melchert Reudink: Dat klopt. In die zin kun je je daar zorgen over maken. Van de andere kant is het met veel van die vraagstukken ook de vraag: hoe groot is het allemaal? Het voorbeeld van het kievitsei is heel tastbaar, maar het achterliggende vraagstuk is behoorlijk abstract. Welke impact gaat het echt hebben straks, als het verkeerd blijft gaan zoals het nu gaat? 00:17:37 Mieke Berkers: Vandaag is bijvoorbeeld de waterkwaliteit in het nieuws, in verband met PFAS. Het drinkwater in de Maas kunnen we waarschijnlijk niet meer gebruiken. De waterkwaliteit is een groot zorgenkindje in Nederland. Dan ben ik blij met het Compendium, dat de data echt meet en waar je kan zien hoe slecht of hoe goed het gaat met die waterkwaliteit. We hebben vanuit Europa natuurlijk een aantal doelen die we moeten halen. Daar heb je houvast. Als je zo'n nieuwsbericht krijgt, kun je kijken hoe het zit. Ook dit kan misschien leiden tot nieuwe indicatoren, zoals PFAS. Dat kunnen we niet meten, geloof ik. 00:18:19 Gerald Schut: Zit die erin? 00:18:20 Melchert Reudink: Nee, die zit er nog niet in. 00:18:21 Mieke Berkers: Nee, dat kunnen we niet meten. 00:18:24 Melchert Reudink: Dat is het probleem. Je moet het wel kunnen meten. 00:18:26 Gerald Schut: Je kunt het meten, maar het wordt niet gemeten, lijkt mij. 00:18:29 Melchert Reudink: Ik weet het niet. Het is een heel technische discussie hoe dat precies zit. 00:18:31 Mieke Berkers: Ik weet het ook niet. 00:18:33 Melchert Reudink: Meet je het juiste als je het wel kan meten? Het is wel zo dat als je het als indicator... 00:18:37 Gerald Schut: Als je het niet zou kunnen meten, zouden we het er toch überhaupt niet over kunnen hebben? 00:18:40 Melchert Reudink: Dat weet ik niet, maar om als indicator in het CLO te komen, moeten de achterliggende data behoorlijk robuust zijn. In die zin is het wel iets. Je hebt het over vraagstukken die al een tijdje spelen. Daaromheen is genoeg monitoring opgezet om die data echt robuust te kunnen verzamelen. Soms komen er nieuwe onderwerpen op de agenda in het debat rondom leefomgeving. Dan ijlt het Compendium een beetje na. Het moet echt stevig op de agenda staan en er moet al een stukje infrastructuur zijn om data te verzamelen om zo'n indicator echt goed te kunnen maken. 00:19:16 Mieke Berkers: Begrijpelijk. 00:19:18 Gerald Schut: Hebben jullie een droom over hoe het CLO er op het vijftigjarige jubileum uit zal zien? 00:19:26 Raymond De Niet: Dat vind ik een heel leuke. Zo ver kan ik niet kijken, maar we zijn wel met nieuwe dingen bezig, onder andere ChatCLO. Dan kun je het CLO bevragen met een concrete vraag. Je gaat dus niet zoeken met trefwoorden, want dat levert alleen een lijst op van nieuwe indicatoren en dan heb je nog steeds geen concreet antwoord. Wat je eigenlijk wilt, is je vraag stellen en een concreet antwoord krijgen. Daar zijn we nu mee bezig. We hopen dat volgend jaar te realiseren. Dan krijg je ook verwijzingen naar de bronnen waar het gevonden is binnen het Compendium. Je zoekt alleen binnen het Compendium, dus je weet dat je antwoord altijd een bepaalde kwaliteit heeft. 00:20:08 Gerald Schut: Integreren jullie ChatGPT erin? 00:20:10 Raymond De Niet: Ja, maar dan een eigen versie daarvan, zodat die niet buiten het CLO zoekt. Dat is het idee erachter. 00:20:18 Gerald Schut: Kan die dan niet gaan hallucineren? 00:20:21 Raymond De Niet: Dat probeer je inderdaad te ondervangen. Dat is een algemeen probleem. We zijn nu bezig met testen, maar we hebben het aardig weten te ondervangen inmiddels. Als ik kijk hoe hij scoort qua antwoorden, zitten we regelmatig op een negen of een tien qua antwoord, zonder dat hij echt onzin verkoopt. 00:20:40 Gerald Schut: Interessant. Wanneer denken jullie dat die erop zit? 00:20:44 Raymond De Niet: Mijn streven zou zijn volgend jaar, maar we moeten kijken of dat haalbaar is. 00:20:48 Gerald Schut: Interessant. 00:20:49 Melchert Reudink: Op 1 oktober, bij dat jubileumfeestje van 25 jaar CLO, hebben we een demonstratie ervan. Daar kunnen mensen zien wat op dit moment al de potentie is van zo'n ChatCLO-functie. 00:21:02 Mieke Berkers: Superleuk, helemaal meegaan met de tijd. 00:21:05 Gerald Schut: Is er een vraag die we absoluut hadden moeten stellen, maar niet gesteld hebben? 00:21:14 Raymond De Niet: Volgens mij zijn we aardig compleet geweest. 00:21:15 Melchert Reudink: Ik denk het wel, ja. 00:21:18 Gerald Schut: Dan kan de luisteraar rustig gaan slapen in de wetenschap dat hij alles gehoord heeft. 00:21:23 Mieke Berkers: En alles goed op een rijtje gezet en in de databank. Hartelijk dank voor jullie tijd en jullie toelichting en heel veel plezier en succes op 1 oktober. 00:21:37 Gerald Schut: Dank jullie wel voor dit gesprek, Melchert en Raymond. 00:21:40 Melchert Reudink: Het was leuk. Graag gedaan. 00:21:41 Raymond De Niet: Hartstikke leuk, dank. 00:21:42 Mieke Berkers: Oké. 00:21:42 Gerald Schut: Tot de volgende keer. 00:21:45 Mieke Berkers: Bedankt. Doei. Compendium DEF.mp3